Orde van dienst 24 september 2023

Orde van dienst zondag 24 september 2023
Voorganger:               ds. H.J. Prosman
Organist:                     dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                  mevr. Nel Griffioen
Diaken:                       dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Psalm 130: 1 en 2

Bemoediging en groet

Voorganger: Onze hulp is in de naam van de HEER

Allen: Die hemel en aarde gemaakt heeft

Voorganger: Die trouw houdt tot in eeuwigheid

Allen: En niet loslaat het werk dat zijn hand begon.

Voorganger: Genade zij en vrede. Van God onze Vader en van de Here Jezus Christus.

Allen: Amen

Psalm 130: 3 en 4

Smeekgebed met Lied 367b

Gloria Lied 413: 1

Moment met de kinderen

Gebed voor de opening van de schriften

Kinderlied Wij gaan voor even uit elkaar

Wij gaan voor even uit elkaar,

En delen nu het licht.

Dat licht vertelt ons iets van God.

Op Hem zijn wij gericht.

Wij geven Gods verhalen door,

En wie zich openstelt,

Ervaart misschien een beetje licht,

Door wat er wordt verteld.

Straks zoeken wij elkaar weer op,

En elk heeft zijn verhaal.

Het licht verbindt ons met elkaar,

Het is voor allemaal.

Schriftlezing: Mattheüs 20: 1-16

1Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2Nadat hij met de arbeiders een dagloon van één denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar mijn wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6Toen hij tegen het einde van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7“Niemand heeft ons ingehuurd,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9En zij die er vanaf het einde van de dag waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. 10En toen zij die als eersten waren gekomen naar voren stapten, dachten ze dat zij wel meer zouden krijgen. Maar ook zij kregen ieder die ene denarie. 11Toen ze het geld hadden aangenomen, gingen ze bij de landheer hun beklag doen: 12“Die laatsten hebben één uur gewerkt en u behandelt hen zoals u ons behandelt, terwijl wij het onder de brandende zon de hele dag hebben volgehouden.” 13Hij antwoordde een van hen: “Vriend, ik behandel je toch niet onrechtvaardig? Je hebt toch ingestemd met het loon van één denarie? 14Neem wat je toekomt en ga. Ik wil aan die laatsten hetzelfde geven als aan jou. 15Of mag ik met mijn geld niet doen wat ik wil? Ben je jaloers omdat ik goed ben?” 16Zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten.’

Lied 991: 1, 4, 7 en 8

Preek

Lied 726: 1, 2, 3 en 4

Apostolische geloofsbelijdenis (Lied 340b)

Dankgebed, voorbeden en Onze Vader

Collecte

Slotzang: Psalm 111: 1

Zegen (met gezongen Amen)

Orde van dienst 27 augustus 2023

Orde van dienst zondag 27 augustus 2023
Voorganger:               ds. H.J. Prosman
Organist:                     dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                  dhr. Robert Verhallen
Diaken:                       Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Psalm 19: 1 en 2

Votum en groet

Gezang 123: 1, 2, 3 (LvdK)

1.

De naam des Heren nadert reeds van verre,

Jeruzalem, ga op de heuvel staan;

Hij tooit u met de heerlijkheid der sterren,

gij, kroon der schoonheid, hef uw bruidzang aan.

2

Hij schittert als het licht van zeven dagen,

Hij zetelt op de veste van uw lied;

gij zult de volken van uw heil gewagen

die dringen rond uw heilig grondgebied.

3.

Jeruzalem, gij zijt de troost der Schriften,

en groot is uw volharding en geduld;

sta op en zie: dit is het eind der zuchten,

de Heer der tijden heeft uw dag vervuld.

Wetslezing

Gezang 295: 1, 2, 3 (LvdK)

1.

Aan de deur van ’s harten woning

klopt des hemels Bruidegom:

op, ontwaak, de nacht is om.

Buiten wacht uw Heer en Koning:

kom mijn bruid, die ik bemin,

doe mij open, laat mij in!

2.

Maar hoe zou ik U ontmoeten?

Ik ben koud en arm en naakt;

loom heeft mij de nacht gemaakt;

’t leger bindt mijn trage voeten.

’t Wakker hart hoort uw geklop,

maar ik geef mijn rust niet op.

3.

Christus van zo ver gekomen,

wist, hoe Hij u vinden zou.

Geef u over aan zijn trouw;

klopt Hij nog, verwin uw schromen.

Schoon gij aarzelt, Hij houdt aan,

Hij zoekt bij u in te gaan.

Moment met de kinderen

Kinderlied Wij gaan voor even uit elkaar

Wij gaan voor even uit elkaar,

En delen nu het licht.

Dat licht vertelt ons iets van God.

Op Hem zijn wij gericht.

Wij geven Gods verhalen door,

En wie zich openstelt,

Ervaart misschien een beetje licht,

Door wat er wordt verteld.

Straks zoeken wij elkaar weer op,

En elk heeft zijn verhaal.

Het licht verbindt ons met elkaar,

Het is voor allemaal.

Gebed

Schriftlezing: Mattheüs 25: 1-13

1Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom tegemoet. 2Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. 3De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen olie. 4De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich. 5Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. 6Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” 7De meisjes werden wakker en brachten hun olielampen in orde. 8De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan uit.” 9De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.” 10Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. 11Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, doe open voor ons!” 12Maar hij antwoordde: “Ik verzeker jullie: ik ken jullie niet.” 13Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip Hij komt.

Lied 751: 1, 2, 3, 4

Preek

Lied 749: 1 en 2

Geloofsbelijdenis (Liedboek 340b) (Gezongen)

Dankgebed, voorbeden en Onze Vader

Collecte

Slotzang: Psalm 150: 1 en 2

Zegen

Orde van dienst 9 juli 2023

Orde van dienst zondag 9 juli 2023
Voorganger: ds. A. Sneep, Amstelveen
Organist: dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Mevr. Margreet van Koert
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG


Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 84: 1, 2 en 3
Stil gebed
Votum en Groet


Verootmoediging/geboden: Exodus 20: 1-17
1 Toen sprak God deze woorden:
2 ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
3 Vereer naast Mij geen andere goden.
4 Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hierboven is of
van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. 5 Kniel er niet voor neer en vereer
ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen ontrouw. Als ouders Mij haten en zondigen,
roep Ik hun kinderen daarvoor ter verantwoording, tot in het derde en vierde geslacht; 6 maar
als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik mijn trouw tot in het duizendste
geslacht.
7 Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat Hij niet
vrijuit gaan.
8 Houd de sabbat in ere als een heilige dag. 9 Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid
verrichten, 10 maar de zevende dag is de sabbat, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag
u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen,
voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. 11 Want in zes dagen heeft
de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende
dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en geheiligd.
12 Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan zult u lang leven in het land dat de HEER,
uw God, u geven zal.
13 Pleeg geen moord.
14 Pleeg geen overspel.
15 Steel niet.
16 Leg over een ander geen vals getuigenis af.
17 Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn
slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’


Gebed om ontferming
Psalm 150: 1 en 2
Gebed bij de opening van het Woord


Schriftlezing O.T.: Jesaja 52: 13 – 53: 4
13 Ja, mijn dienaar zal slagen,
hij zal groots zijn en hoogverheven.
14 Zoals hij velen deed huiveren

– zo mismaakt was hij, zo weinig menselijk zijn aanblik,
zijn uiterlijk had niets meer van een mens –,
15 zo zal hij veel volken opschrikken,
en koningen zullen sprakeloos staan.
En zij aan wie niets was verteld, zullen zien,
zij die niets hadden gehoord, zullen begrijpen.


1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,
als een scheut uit dorre grond.
Onopvallend was zijn uiterlijk,
hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3 Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg
en door ons werd verguisd en geminacht.
4 Maar hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op zich nam.
Wij echter zagen hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.


Lied 908: 1 en 7


Schriftlezing N.T.: Mattheüs 16: 13 – 20
13 Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg Hij zijn leerlingen: ‘Wie zeggen
de mensen dat de Mensenzoon is?’ 14 Ze antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper,
anderen Elia, weer anderen Jeremia of een van de andere profeten.’ 15 Toen vroeg Hij hun: ‘En
jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ 16 ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’
antwoordde Simon Petrus. 17 Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona,
want dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader in de
hemel. 18 En Ik zeg je: jij bent Petrus, en op die rots zal Ik mijn kerk bouwen; de poorten van
het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. 19 Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de
hemel geven; alles wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en
alles wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn.’ 20 Daarop verbood Hij de
leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat Hij de messias was.


Lied 313: 1 en 2
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Lied 313: 4 en 5


Geloofsbelijdenis (staande en gezongen: Lied 340b)
Collecte
Dankgebed en voorbede


Slotlied 871: 1, 2 en 3
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst 2 juli 2023

Orde van dienst zondag 2 juli 2023
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 42: 1
Votum en groet
Psalm 42: 7
Lezen van het gebod
Lied 911: 1, 3 en 5
Gebed


Schriftlezing Ezechiël 47: 1-12
1 Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water onder de
drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van
de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel,
ten zuiden van het altaar, naar beneden. 2 Hij nam mij door de noordpoort mee naar buiten en
we liepen buitenom naar de oostelijke buitenpoort. Daar zag ik het water aan de rechterkant
eruit sijpelen. 3 Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el.
Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn enkels. 4 Hij mat nog eens
1000 el en liet me weer door het water waden: het water kwam tot mijn knieën. Hij mat nog
eens 1000 el en liet me er weer door waden: het water kwam tot mijn heupen. 5 Hij mat nog
eens 1000 el en toen was het water een rivier waar ik niet doorheen kon waden. Het water
stond zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een ondoorwaadbare rivier. 6 De man
zei tegen mij: ‘Zie je dat, mensenkind?’ en hij liet mij terugkomen op de oever van de rivier.
7 Toen ik weer terug was, zag ik op de oevers van de rivier aan weerskanten heel veel bomen.
8 Hij zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden
de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het
water daar zoet. 9 Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt
leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar
zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10 Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers
staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen talrijke vissen zijn van allerlei
soort, net als in de Grote Zee. 11 Alleen de moerassen en de poelen worden niet zoet, daar blijft
het water brak. 12 Aan weerskanten van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen,
waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand
zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen
eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Lied 678: 1, 2, 3 en 4


Openbaring 22: 1-5
1 Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en
ontsprong aan de troon van God en van het lam 2 en stroomde dwars door de stad. Aan

weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn
eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. 3 Er zal niets meer zijn
waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn
dienaren zullen Hem vereren 4 en Hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun
voorhoofd. 5 Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon
hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen
tot in eeuwigheid.
Preek


Zingen: ‘Heer, ik hoor van rijke zegen’


Heer, ik hoor van rijke zegen, die Gij uitstort keer op keer,
laat ook van die milde regen, dropp’len vallen op mij neer,
ook op mij, ook op mij,
dropp’len vallen ook op mij.


Heil’ge Geest wil niet voorbij gaan, Gij geeft blinden d’ ogen weer.
Wil, o wil nu bij mij stilstaan, werk in mij met kracht, o Heer,
ook in mij, ook in mij,
werk ook door uw kracht in mij.


Liefde Gods zo rein en krachtig, bloed van Jezus, rijk en vrij.
Gods genade, sterk en machtig, o verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
o verheerlijk U in mij.


Geloofsbelijdenis
Lied 344: 1, 2 en 3
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader (369b)
Collecte
Psalm 98: 1 en 4

Orde van dienst 25 juni 2023

Orde van dienst 25 juni 2023    
Voorganger:                   ds. P.J. van Midden, Bergambacht
Organist:               Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                      Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                           Dhr. Jaap Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

Psalm 103: 1 en 5

Stil gebed, Onze Hulp’ en begroeting

Klein gloria Lied 195

Gebed om ontferming

Lied 935: 1, 2 en 3

De Tien geboden

Lied 362: 1 en 2

Gebed als we Bijbellezen

Kindermoment

Kinderen naar de nevendienst

Schriftlezing Lucas 15: 11-32

11Vervolgens zei Hij: ‘Iemand had twee zonen. 12De jongste van hen zei tegen zijn vader: “Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik recht heb.” De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. 13Na enkele dagen verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. 14Toen hij alles had uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij gebrek te lijden. 15Hij trok eropuit en verhuurde zich aan een van de inwoners van dat land, die hem op het veld zijn varkens liet hoeden. 16Hij had graag zijn maag willen vullen met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. 17Toen kwam hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in overvloed, en ik kom hier om van de honger. 18Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, 19ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw dagloners.” 20Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader.

    Zijn vader zag hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem. 21“Vader,” zei zijn zoon tegen hem, “ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd te worden.” 22Maar de vader zei tegen zijn knechten: “Haal vlug het mooiste gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinger en geef hem sandalen. 23Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren, 24want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.” En ze begonnen feest te vieren. 25De oudste zoon was op het veld. Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans.  26Hij riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. 27De knecht zei tegen hem: “Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.” 28Hij werd woedend en wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en probeerde hem tot andere gedachten te brengen. 29Hij zei tegen zijn vader: “Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. 30Maar nu die zoon van u is thuisgekomen, die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.” 31Zijn vader zei tegen hem: “Mijn jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. 32We kunnen toch alleen maar feestvieren en blij zijn? Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren en is teruggevonden.”’

Lied 807: 1, 4 en 5

Overdenking

Lied 834: 1, 2 en 3

Gebeden, afgesloten met Onze Vader (Lied 1006)

Collecte

Kinderen terug uit de nevendienst

Slotlied: Lied 886 (Nederlands)

Zegenbede

De Here zegene u en Hij behoede u.

De Here doe zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig.

De Here verheffe zijn aangezicht over u en geve u vrede.

Amen

Orde van dienst 18 juni 2023

Orde van dienst zondag 18 juni 2023
Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Mevr. Nel Griffioen
Diakenen: Dhr. J. Kalshoven, dhr. S. de Feij, mevr. M. van Koert
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG


Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 118: 1 en 10
Votum en groet
Lied 766: 1, 2 en 3
Lezen van het gebod
Lied 840: 1, 2 en 3
Gebed


Schriftlezing Openbaring 3: 14-21
Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicea: “Dit zegt Amen, de trouwe en betrouwbare
getuige, het begin van Gods schepping: Ik weet wat u doet, hoe u niet koud bent en niet warm.
Was u maar koud of warm! Maar nu u lauw bent in plaats van warm of koud, zal Ik u
uitspuwen. U zegt dat u rijk bent, dat u alles hebt wat u wilt en niets meer nodig hebt. U beseft
niet hoe ongelukkig u bent, hoe armzalig, berooid, blind en naakt. Daarom raad Ik u aan: koop
van Mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en
uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat
u weer kunt zien.
Iedereen die Ik liefheb wijs Ik terecht en bestraf Ik. Zet u dus volledig in en kom tot inkeer. Ik
sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik
binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij. Wie overwint zal samen
met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op
zijn troon zit. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.”’


Gezang 295: 1, 2 en 3 (LvdK)
Preek
Psalm 100: 1, 2, 3 en 4
Avondmaalsformulier, gebed, Onze Vader
Lied 382: 1, 2 en 3
Viering van het Heilig Avondmaal
Psalm 103: 1
Dankgebed
Collecte
Psalm 43: 4
Zegen