Orde van najaarszendings-dienst 6 november 2022

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Dhr. R. Verhallen
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied Psalm 87: 1,2
Votum en groet
Zingen: Psalm 87: 3,4
Smeekgebed
Zingen: Gloria: 413:1,2,3
Moment met de kinderen
Gebed

2 Koningen 5: 1-15 (gelezen door Annemarie Rietveld)
De genezing van Naäman
51Naäman, de bevelhebber van het Aramese leger, stond bij zijn koning in hoog aanzien en werd zeer door hem gewaardeerd, want de HEER had hem voor Aram een grote overwinning laten behalen. Maar deze grote krijgsman leed aan een huidziekte die onrein maakt. 2Nu hadden de Arameeërs op een van hun strooptochten uit Israël een jong meisje meegevoerd, dat als slavin diende bij de vrouw van Naäman. 3Zij zei tegen haar meesteres: ‘Ach, kon mijn meester maar eens naar de profeet in Samaria gaan, die zou hem wel genezen.’ 4Naäman ging naar zijn heer en vertelde hem wat het meisje uit Israël had gezegd. 5Daarop zei de koning van Aram: ‘Ga erheen. Ik zal u een brief meegeven voor de koning van Israël.’
Naäman ging op weg, met tien talent zilver bij zich, zesduizend sjekel goud en tien stel kleren. 6In de brief die hij aan de koning van Israël overhandigde, stond het volgende: ‘Met deze brief stuur ik mijn dienaar Naäman naar u toe, om door u van zijn huidziekte te worden genezen.’ 7Zodra de koning van Israël de brief gelezen had, scheurde hij zijn kleren en riep uit: ‘Ben ik soms God, dat ik kan beschikken over leven of dood? Hij stuurt mij deze man om hem van zijn ziekte te genezen. Let op mijn woorden: hij is uit op een conflict met mij!’ 8Toen de godsman Elisa hoorde dat de koning van Israël zijn kleren had gescheurd, liet hij hem vragen: ‘Waarom hebt u uw kleren gescheurd? Laat die man bij mij komen, dan zal hij merken dat er in Israël een profeet woont.’ 9Naäman reed met zijn wagen naar het huis van Elisa. 10 Elisa stuurde iemand naar buiten om hem te zeggen: ‘Baad u zevenmaal in de Jordaan, dan zal uw huid weer gezond worden en zult u weer rein zijn.’ 11Kwaad ging Naäman weg. ‘Ik had gedacht dat hij zelf naar buiten zou komen,’ zei hij. ‘En dat hij de naam van de HEER, zijn God, zou aanroepen en met zijn hand over de aangetaste plek zou strijken, en zo de ziekte zou wegnemen. 12Zijn de rivieren van Damascus, de Abana en de Parpar, soms niet beter dan alle wateren in Israël? Had ik me daarin niet kunnen baden om rein te worden?’ Verontwaardigd draaide hij zich om en ging weg. 13Maar zijn bedienden kwamen hem achterna en zeiden: ‘Maar meester, als de profeet u een ingewikkelde opdracht had gegeven, had u die toch ook uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt: “Baad u, en u zult weer rein worden,” moet u dat zeker doen.’ 14 Hierop daalde Naäman af naar de Jordaan en dompelde zich daar zevenmaal onder, zoals de godsman had gezegd. Zijn huid werd weer gezond, zo gaaf als de huid van een kind, en hij was weer rein. 15Toen keerde hij met zijn hele gevolg naar Elisa terug, maakte bij de godsman zijn opwachting en zei: ‘Er is in de hele wereld geen god, behalve in Israël! Alstublieft, neemt u een geschenk van uw dienaar aan.’ 

Zingen: lied 350: 1,3,4,6,7

Lucas 19: 1-10 (gelezen door ds. H.J. Prosman)

191Jezus ging Jericho in en trok door de stad. 2Er was daar een man die Zacheüs heette. Deze Zacheüs was hoofdtollenaar, en hij was erg rijk. 3Hij wilde Jezus zien, om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. 4Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer Hij voorbijkwam. 5Toen Jezus daarlangs kwam, keek Hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis verblijven.’ 6Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. 7Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ 8Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ 9Jezus antwoordde: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook deze man is een zoon van Abraham. 10De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’

Preek

Zingen: “Kroon hem met gouden kroon”

Geloofsbelijdenis

Zingen: LvdK Gez. 476:5

5           Levensvorst, U loven de geslachten,
             en tot uw verborgen tijd
             blijft de bruid uw wederkomst verwachten,
             t einde van haar bange strijd.
             Houd haar waakzaam; doe haar, ’t hoofd geheven,
             uit die hoge heilsverwachting leven,
             tot zij op de jongste dag,
             met U triumferen mag.

Bijdrage ZWO-cie (gelezen door Gerlof Verdel)

Dankgebed, voorbeden en Onze Vader (Voorbeden afgewisseld met 367e – Heer, onze God, wij bidden u, verhoor ons) mmv Gerlof Verdel

Collecte

Zingen: Lied 406: 1 en 2 (ELB) Eens zal op de grote morgen
Eens zal op de grote morgen,
klinken het bazuingeschal,
dan zal Jezus wederkomen,
als de rechter van ’t heelal.
Wie zal op die grote morgen,
buigen voor die Majesteit?
Wie zal op die grote morgen,
vluchten voor die heerlijkheid.

Zegen

Orde van dienst 2 november 2022 Dankdag voor gewas en arbeid

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert                             

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen: Psalm 65: 1
Votum en groet
Zingen: Psalm 65: 5,6
Gebed
Schriftlezing: Psalm 68: 1-21
68 1Voor de koorleider. Van David, een psalm, een lied.
2 God staat op,
zijn vijanden stuiven uiteen,
zijn haters vluchten als Hij verschijnt.
3 U verdrijft ze zoals wind de rook verdrijft.
Zoals was smelt bij het vuur,
zo vergaan de zondaars als God verschijnt.
4 Maar de rechtvaardigen verblijden zich,
zij juichen als God verschijnt,
uitgelaten van vreugde.
5 Zing voor God, bezing zijn naam,
maak ruim baan voor Hem die door de vlakten rijdt.
HEER is zijn naam! Jubel als Hij verschijnt:
6 vader van wezen, beschermer van weduwen,
God in zijn heilig verblijf.
7God geeft eenzamen een thuis
en gevangenen vrijheid en voorspoed.
Maar opstandigen zullen wonen op dorre grond.
8 God, toen U optrok aan het hoofd van uw volk,
toen U voortschreed door de woestijn, sela
9 beefde de aarde,
en water stortte uit de hemel
toen God verscheen, de God van de Sinai,
toen God verscheen, de God van Israël.
10U liet een milde regen neerdalen, God,
en schonk uw uitgeput land nieuwe kracht.
11Uw kleine kudde ging er wonen,
in uw goedheid, God, gaf U het aan de zwakken.
12De HEER sprak een bevel uit,
een menigte vrouwen zei het voort:
13‘Koningen vluchten, hun legers vluchten,
thuis verdelen de vrouwen de buit
14en jullie slapen bij de schaapskooi!’
De vleugels van de duif waren met zilver bedekt,
haar slagpennen met geelgroen goud:
15de Ontzagwekkende dreef koningen uiteen,
sneeuw viel neer op de Salmon.
16Machtige berg, berg van Basan,
veeltoppige berg, berg van Basan,
17waarom afgunstig, veeltoppig gebergte,
op de berg die God als zetel koos?
De HEER woont daar voor eeuwig.
18Met machtige wagens, tweemaal tienduizend,
met duizenden en duizenden,
trok de Heer van de Sinai naar het heiligdom.
19 U voerde gevangenen mee,
eiste gaven van opstandige mensen,
en steeg op naar uw woning, HEER, onze God.
20 Geprezen zij de Heer, dag aan dag,
deze God draagt ons en redt ons. sela
21Onze God is een reddende God,
bij God, de HEER, is bevrijding uit de dood.

Zingen: Psalm 68:3,7
Preek
Zingen: Psalm 150a: 1,2,3,4
Dankgebed en Onze Vader
Collecte
Zingen: lied 678: 2,9
Zegen

Orde van dienst 30 oktober 2022

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Sjaak Warnaar
Ouderling:                          Mevr. F. Wille
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Aanvangslied psalm 46:1
Votum en Groet
Psalm 46: 2,3
Gebed om verootmoediging met 367b
Gloria: 305:1,2,3
Moment met de kinderen
Kinderlied ‘Wij gaan voor even uit elkaar’
Gebed
Schriftlezing 2 Koningen 25:1-11
251 In het negende jaar van zijn regering, op de tiende dag van de tiende maand, kwam Nebukadnessar, de koning van Babylonië, met heel zijn leger bij Jeruzalem aan. Hij sloeg er zijn kamp op en wierp een wal op rondom de stad. 2 Het beleg van de stad duurde tot in het elfde regeringsjaar van koning Sedekia. 3Op de negende dag van de maand – de hongersnood in de stad was ondraaglijk geworden, er was voor de bevolking niets meer te eten – 4 werd er een bres in de stadsmuur geslagen. Hoewel de Chaldeeën rondom de stad lagen, wisten alle soldaten ’s nachts te ontkomen via de poort tussen de beide stadsmuren die uitkwam op de tuin van de koning. De koning vluchtte in de richting van de Jordaanvallei, 5maar het Chaldese leger zette de achtervolging in en haalde hem in op de vlakte van Jericho. Heel zijn leger werd uiteengeslagen 6en de koning zelf namen ze gevangen. Ze brachten hem naar Ribla, naar de koning van Babylonië, en daar werd hij berecht. 7 Eerst werden zijn zonen voor zijn ogen afgeslacht en toen werden hem de ogen uitgestoken. Daarna werd hij naar Babel weggevoerd, geboeid met bronzen ketenen. 8 Op de zevende dag van de vijfde maand, in het negentiende regeringsjaar van koning Nebukadnessar van Babylonië, trok diens dienaar Nebuzaradan, de commandant van zijn lijfwacht, Jeruzalem binnen. 9 Hij stak de tempel van de HEER in brand, en ook het koninklijk paleis en alle andere huizen van Jeruzalem; alle huizen van de welgestelden gingen in vlammen op. 10Het Chaldese leger, dat onder zijn bevel stond, haalde de muren van Jeruzalem neer. 11De mensen die nog in de stad waren overgebleven, werden door commandant Nebuzaradan als ballingen weggevoerd, evenals degenen die naar de koning van Babylonië waren overgelopen, kortom iedereen die nog over was. 

Psalm 74: 2,4,13
Schriftlezing Lucas 18:35-43
18 35 Toen Hij in de buurt van Jericho kwam, zat er langs de weg een blinde te bedelen. 36Toen de blinde een menigte voorbij hoorde komen, vroeg hij wat er gaande was. 37Ze zeiden tegen hem: ‘Jezus van Nazaret komt voorbij.’ 38Daarop riep de blinde: ‘Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 39Degenen die vooropliepen, berispten hem en zeiden dat hij moest zwijgen, maar hij schreeuwde des te harder: ‘Zoon van David, heb medelijden met mij!’ 40Jezus bleef staan en zei dat men de blinde bij Hem moest brengen. Toen deze voor Hem stond, vroeg Hij hem: 41‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’ De blinde antwoordde: ‘Heer, zorg dat ik kan zien.’ 42 Jezus zei: ‘Zien zult u! Uw geloof heeft u gered.’ 43Onmiddellijk kon hij zien en hij volgde Hem terwijl hij God loofde. Alle mensen die getuige waren geweest van dit voorval brachten hulde aan God.

Psalm 146a: 1,6,7
Preek
Lied 534:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis 340b
Dienst van de gebeden
Collecte
Slotlied: 898:1,2 (traditionele melodie)
Zegen

Orde van dienst 23 oktober 2022    

Voorganger:                      ds. B.W.J  De Ruyter uit Maasland
Organist:                            Dhr. Danny Spaans
Ouderling:                          Dhr/ R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen: Ps. 67:1  en 2
Stilte
Votum en groet
Zingen: Lied 283:1 t/m 4
Kyriegebed
Glorialied: Lied 305
Gebed

Oudtestamentische lezing: Amos 8:4-7
Jullie die de armen kwaad willen berokkenen en uit zijn op de ondergang van de machtelozen van dit land, luister! Jullie zeggen: ‘Wanneer is de dag van de nieuwemaan voorbij, zodat we weer koren kunnen verkopen? Wanneer de sabbat, zodat we weer graan kunnen verhandelen?’ Jullie maken de efa kleiner, jullie maken de sjekel zwaarder en jullie knoeien met de weegschaal. Jullie kopen de zwakken voor een handvol zilver, de armen voor een paar sandalen, en jullie zeggen: ‘Ook het kaf verkopen we als graan!’ Dit zweert de HEER bij de trots van Jakobs volk: Nooit zal Ik een van jullie daden vergeten.

Zingen: Ps. 40: 1 en 4
Evangelielezing: Lucas 16:1-8
Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht.

Zingen: Lied 339a
Verkondiging
Zingen: Lied 1010: 1 t/m 3

Gebeden
Zingen: Lied 425
Wegzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst zondag 16 oktober 2022    

Voorganger:                      ds. A.A. Geudeke
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied NLB 221: 1 Zo vriendelijk en veilig als het licht
Stil gebed, Votum en Groet
Vervolg intochtslied: NLB 221: 2 Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
Woorden bij het begin
Gebed om ontferming
Danklied: NLB 218 1,2,3,4 en 5 Dank U voor deze nieuwe morgen
Gebed bij de opening van het Woord
Voor jong en oud: Vreugde der Wet

We zingen uit Evangelische Liedbundel lied 262 (psalm 119: 105)
Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Uw woord is een lamp, uw Woord is een licht
Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.


(Kinderen gaan naar nevendienst)
Schriftlezing: Lucas 17: 11-19

In het grensgebied van Samaria
11Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 12Toen Hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen Hem tien mensen tegemoet die door een huidziekte onrein waren; ze bleven op een afstand staan. 13Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’ 14Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. 15Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem. 16Hij viel neer aan Jezus’ voeten om Hem te danken. Het was een Samaritaan. 17Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ 19 Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’

Lied NLB 103E Bless the Lord my soul (3x)
ELLENDE
Meditatief orgelspel
VERLOSSING
Meditatief orgelspel
DANKBAARHEID
Meditatief orgelspel
(Kinderen komen terug in de kerk, de lamp wordt op zijn plaats gezet)

Geloofsbelijdenis (staande: uitgesproken door voorganger)
Lied: NLB 793: 1 en 2 Bron van liefde, licht en leven (staande)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied NLB 880: 1,2,3 en 4 Het leven op aarde
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst voor de oecumenische viering op 9 oktober

Voorgangers:
Ds. G. van ’t Kruis
Ds. H.J. Prosman
Pastor H. van de Reep
Mevr. W. den Besten

Organist: Sjaak Warnaar
Met zanggroep V6

De dienst is te beluisteren via: https://www.kerkomroep.nl/#/kerken/10257

Opening

Openingszang psalm 113, vers 1 en 2

2. Ver boven aller volken trots
blinkt hemelhoog de glorie Gods.
Wie is als Hij, de Heer der heren?
Hij onze God, die troont zo hoog,
slaat op het diepste diep zijn oog.
Hemel en aarde moet Hem eren.

3. Wie onderligt in stof en slijk,
maakt God aan edelen gelijk.
Hij geeft een vrouw haar diepst verlangen.
Hij zegent die onvruchtbaar scheen,
met bloei van kinderen om haar heen.
Prijs Hem, de Heer, met lofgezangen.

Groet

Vg: In de kerk is het God, de eeuwige, die ons welkom heet.
Allen:  Hij is de gastheer, wij de gasten.
Vg: Het is God die ons welkom heet,
Allen: de schepper van hemel en aarde.
Vg: God, u bent het die ons uitnodigt
om in uw licht te staan.
U nodigt ons uit mens te zijn en te leven op uw adem.
U nodigt ons in de kring,
neem ons bij de hand, zo bidden wij.
Laat niets ons hinderen U te ontmoeten,
door uw Heilige Geest.       
Allen: Amen

Vraag: Wie zit er naast je?

V6 zingt Agnus Dei en Pie Jesu

Verootmoediging

Glorialied: ‘Alle eer en alle glorie’ Liedboek 305

Alle eer en alle glorie
geldt de Zoon, de erfgenaam!
Als genade die ons toekomt
is Hij onze nieuwe naam.
Licht uit licht, vergezicht,
steek ons met uw stralen aan!
 
Alle eer en alle glorie
geldt de Geest die leven doet,
die de eenheid in ons ademt,
vlam, die ons vertrouwen voedt!
Levenszon, liefdesbron,
maak de tongen los voorgoed!

Gebed van de zondag

Dienst van het Woord

Eerste lezing; Jesaja 25, 6-9            Willibrord Vertaling

Jahwe van de legerscharen richt op deze berg
voor alle volken een feestmaal aan met uitgelezen gerechten,
een feestmaal met belegen wijnen, verrukkelijke, uitgelezen gerechten,  belegen, gelouterde wijnen. 
Op deze berg verscheurt Hij de sluier die over alle volken ligt,
de floers die alle naties bedekt. 
De HEER vernietigt de dood voor altijd,
Hij veegt de tranen van alle gezichten,
op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit:
De HEER heeft het gezegd! 
Op die dag zal men zeggen:  Dat is onze God.
Wij hoopten op Hem en Hij heeft ons gered.
Dat is de HEER, op wie wij hoopten; laat ons blij zijn en juichen om de redding die Hij heeft gebracht.

Woord van de Heer – Wij danken God

Lied: ‘De maaltijd van de Heer’.  LB 762  GvL  587

Gezuiverd en belegen is de wijn,
zo rood als bloed, gerijpt tot heil en zegen;
op deze berg zal ‘t feestelijk toeven zijn,
hier leidt de Heer ons heen langs alle wegen.

Op deze berg neemt Hij de sluier weg,
waar alle volkeren mee zijn omwonden;
de duisternis zal worden afgelegd,
geheimen opgeklaard, boeien ontbonden.

Wij treden aan het ontoegank’lijk licht,
wij volkeren, wij heidenen, wij mensen;
wij zien het leven zelf in het gezicht.
God haalt ons thuis van achter alle grenzen.
 
En Hij, het leven zelf, verslindt de dood
tot overwinning: en van alle ogen
wist Hij de tranen af. Het ochtendrood
gaat stralend op, een opgang uit den hoge.

Dit zeiden zijn profeten in zijn geest:
de bankring van de dood zal zijn gebroken,
de smaad van Israël wordt uitgewist;
zo zal het gaan, want zo heeft Hij gesproken.

Evangelielezing: Lucas 14, 1-14                             NBV21
                                                           Uit eerbied gaan wij staan

Toen Jezus op sabbat in het huis van een vooraanstaande farizeeër was, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, werd Hij scherp in het oog gehouden. Er was daar iemand met waterzucht. Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de farizeeën: ‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?’ Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. En tegen de farizeeën en wetgeleerden zei Hij: ‘Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat?’ Ook daarop hadden ze geen antwoord.
Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: ‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Vriend, kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aanligt. Want wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd.’
Tegen degene die Hem had uitgenodigd, zei Hij: ‘Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden, uw broers, uw verwanten of uw rijke buren.  Want zij zullen op hun beurt u uitnodigen, en zo doen zij iets voor u terug.  Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’

Acclamatie                                                                GvL 265

U komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie, o Vader, o Zoon, o heilige Geest,
in alle eeuwen der eeuwen.

Overweging

Stilte

Antwoordlied: De laatsten worden de eersten     LB 990 melodie GvL 418

2. O Heer, o eerstgeboren
van allen uit de dood,
Gij zoekt wat is verloren,
Gij maakt het leven groot.
 
3. Gij die als allerlaatste
ter wereld wederkomt,
Gij wijst ons onze plaatsen
wanneer de strijd verstomt.
 
4. Wie zelf zich hoog verheffen,
die slaat zijn oordeel neer,
de bergen worden vereffend,
de zee zwijgt voor de Heer.
 
5. Maar wie zich heeft gebogen
voor wat Hij geboden heeft,
die zal Hij ook verhogen
zo waar Hij eeuwig leeft.
 
6. De laatsten worden de eersten,
wie knielde krijgt een troon,
wie slaaf was mag nu heersen,
de vreemdeling wordt zoon.

V6 zingt: Geloofsbelijdenis

Op de melodie van ‘The Rose’

Ik geloof in God de Vader
Schepper, die de schepping draagt
in Zijn Zoon, in Christus Jezus,
die geboren uit een maagd.
Aan het kruis de wereld redde
onze zonden op zich nam
opgestaan en opgevaren
troont Hij aan Gods rechterhand.
Ik geloof in God de Trooster
gaven van de Heil’ge Geest
die Gods Woord aan ons bevestigt,
gaat en predikt en geneest.
Als Hij komt met macht en luister
zal de mensheid voor Hem staan
dan zal elke knie zich buigen,
elke tong belijdt Zijn Naam.
De kinderen komen terug

Gebeden  

Onze Vader (oecumenisch)
Onze Vader, die in de hemel zijt,
uw Naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen

Vredesgroet
“Wie openstaat voor God,
staat op een heel andere wijze tegenover de mensen.
Wie openstaat voor de mensen
staat op een heel andere wijze tegenover God.
Wie openstaat voor God én voor de mensen
staat op een heel andere wijze tegenover zichzelf:
vrij, bevrijd, bevrijdend, zoals Jezus zelf was.”

Zulke mensen zijn echte vredestichters en vredebrengers
Moge wijzelf zulke mensen worden en zijn.
De vrede van de Heer zij dan altijd met U.
En geven wij die vrede door aan elkaar.

Bloemengroet vanuit de kerken

Mededelingen van de verschillend kerken

Collecte

V6 zingt  Peace like a river

Abba Vader (samenzang)

Slottekst: Gewoon maar zijn

Gewoon maar zijn wie je bent
met je pijn, je verdriet,
je lach en je lied alleen maar;
alleen omdat een ander jou
recht in de ogen ziet.

Gewoon maar doen wat je kunt,
met je hoofd en je hand,
je hart, je verstand alleen maar;
alleen omdat een ander jou
met heel zijn hart verstond.

Gewoon maar gaan waar je wilt,
met je ogen ontbloot,
wijd open en groot alleen maar;
alleen omdat een ander jou
je hart en mond ontsloot.

Gewoon maar zingen voluit,
want het leven is goed
voor wie het ontmoet alleen maar;
alleen omdat wij mensen zijn
van ’t zelfde vlees en bloed.                         

                                               Henk Jongerius

Zegen

Slotlied: ‘Deze wereld omgekeerd’ LB 1001 / GvL 428

Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen zij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdwenen –
de onvruchtbare zal vruchtbaar zijn,
die geen vader was, zal vader zijn;
mensen zullen andere mensen zijn,
de bierkaai wordt een stad van vrede.

Welkom! Er is koffie of thee in het parochiehuis voor alle aanwezigen…
 
 
Vraag om over door te praten bij de koffie/thee:
Wie mag zo maar, zonder tegenprestatie,
bij u aan tafel aanschuiven?

Orde van dienst 2 oktober 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Mevr. F. Wille                   
Diaken:                               Dhr J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Introïtus: psalm 133:1
Votum en groet
Psalm 133: 2, 3
Smeekgebed en Gloria 868: 1, 5
Gebed
Schriftlezingen
Deuteronomium 6:4-9 en 17-22
Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Wanneer uw kinderen u later vragen: ‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord: ‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend.
Zingen: Psalm 119: 12, 13, 14
Spreuken 3:1-6
Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Ze vermeerderen de
dagen van je leven, geven je vele jaren van geluk. Mogen liefde en trouw je nooit verlaten,
wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult
waardering ondervinden. Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.

Marcus 12:28-34
Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.

Zingen Evangelische Liedbundel 34
Hinnee matov oema najiem .
Sjewet achien gam jachad.
Hinnee matov oema najiem
Sjewet achien gam jachad

Preek
Zingen: 802: 1, 4, 6  (Traditionele melodie)
Geloofsbelijdenis (340b)
Dankgebed en voorbeden
Collecte
Slotzang: De stad van goud

Daar in de heuvels van Judea
na jarenlange strijd
daar luiden de klokken in de verte
de stem der eeuwigheid
Een pad van stenen, haast versleten
daar trok de tijd voorbij
Een muur waar mensen staan te bidden
opdat het vrede zij

Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
‘k zal jou mijn leven nooit vergeten
jij bent van mij
Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
in mijn hart heb ik geweten
eens kom je vrij

De weg naar Jericho ligt open
door ’n bloeiende woestijn
Het wonder dat daar eens gebeurde
zal steeds mijn lichtpunt zijn
O gouden stad, wil mij vergeven
mijn lofzang is maar klein
Jeruzalem je bent mijn leven
en zal dat altijd zijn

Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
‘k zal jou mijn leven nooit vergeten
jij bent van mij
Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
in mijn hart heb ik geweten
eens kom je vrij

Zegen

Orde van dienst 25 september 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen O  : N. Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 146:1
Votum en groet
lied 248:1,2,3,4
Smeekgebed met lied 367b
Gloria: lied 305:1,2,3
Moment met de kinderen
Kinderlied: lied 806: 1,2,3
Gebed
Schriftlezing Ruth 1: 1-22
11In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om als vreemdeling te gaan wonen in de vlakte van Moab. 2De naam van de man was Elimelech, die van zijn vrouw Naomi, en zijn twee zonen heetten Machlon en Kiljon; het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Toen ze in de vlakte van Moab waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 3Na enige tijd stierf Elimelech, de man van Naomi, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4Zij trouwden allebei met een Moabitische vrouw. De naam van de ene was Orpa, die van de andere was Ruth. Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden, 5 stierven ook Machlon en Kiljon, en de vrouw bleef alleen achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. 6Toen Naomi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood had gegeven, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had en ging terug naar Juda. Maar eenmaal onderweg 8zei Naomi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9Moge Hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 11 ‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Naomi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden? 12Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – 13zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’ 14Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Naomi, ‘ga haar toch achterna!’ 16Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil!’ 18Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ 20Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.

Psalm 146:4,5
4Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde,
op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.
5Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft,
wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God,

Preek
lied 827:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis (lied 344)
Dankgebed en voorbede
Collecte
lied 655:1,4,5 Z

Orde van dienst 11 september 2022    

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr.  F. Wille  
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

DE INTREDE
Orgelspel
Welkom en mededelingen
stil gebed
Intredelied Psalm 98: 1,4Bemoediging en groet
Lied 283: 1,2,4
Gebed om ontferming
Lofprijzing
Glorialied 309a (a capella)
Leefregel
Goed is het wat Gij hebt ingezet, God, Gij wijst ons de weg naar uw toekomst.
Wij loven en danken U, omdat Gij tot ons blijft zeggen:
Ik ben de Eeuwige, uw God; Ik heb u uitgeleid, weg uit het diensthuis.
Gij zult geen andere goden hebben voor mijn aangezicht.
Gij zult u geen beeld maken van enig schepsel en daarvoor buigen en het dienen.
Gij zult de Naam van de Eeuwige, uw God, niet voor niets gebruiken
Onderhoud de rustdag. Dan zult gij geen werk doen, en niemand die met u is.
Heilig is die dag en gezegend.
Eer uw vader en moeder,
opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Eeuwige, uw God, u geeft.
Gij zult niet doodslaan.
Gij zult elkaar niet ontrouw zijn.
Gij zult niet stelen.
Gij zult geen onwaarheid spreken tegen uw naaste.
En gij zult uw zinnen niet zetten op wat van uw naaste is.
Amen. Zo zal het zijn.


Lied 337 (Ned. tekst, gitaar/piano begeleiding)
Inleiding op de lezingen
Schriftlezing: Ezechiel 47: 1-12
De rivier uit de tempel
471Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water onder de drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel, ten zuiden van het altaar, naar beneden. 2Hij nam mij door de noordpoort mee naar buiten en we liepen buitenom naar de oostelijke buitenpoort. Daar zag ik het water aan de rechterkant eruit sijpelen. 3Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el. Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn enkels. 4Hij mat nog eens 1000 el en liet me weer door het water waden: het water kwam tot mijn knieën. Hij mat nog eens 1000 el en liet me er weer door waden: het water kwam tot mijn heupen. 5Hij mat nog eens 1000 el en toen was het water een rivier waar ik niet doorheen kon waden. Het water stond zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een ondoorwaadbare rivier. 6De man zei tegen mij: ‘Zie je dat, mensenkind?’ en hij liet mij terugkomen op de oever van de rivier. 7Toen ik weer terug was, zag ik op de oevers van de rivier aan weerskanten heel veel bomen. 8Hij zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het water daar zoet. 9Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen talrijke vissen zijn van allerlei soort, net als in de Grote Zee. 11Alleen de moerassen en de poelen worden niet zoet, daar blijft het water brak. 12Aan weerskanten van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Evangelielezing: Johannes 7: 37-39
37Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! 38“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.

We zingen lied 685: 1a, 2vr. 3m. 5a.

Schriftlezing: Handelingen 18: 24 – 28
24Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. 25Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. 26In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem nog preciezer uit wat de Weg van God inhield. 27Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de gemeenteleden hem aan en gaven hem een brief mee voor de leerlingen met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun te zijn voor de gelovigen, 28want hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.

We lezen verder in Handelingen 19: 1-7
191Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen, 2aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie tot geloof kwamen?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’ 3Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze. 4 Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen die tot inkeer kwamen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’ 5Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus, 6 en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden. 7De hele groep bestond uit ongeveer twaalf mensen.

Uitleg
Lied 103c: 1,2,3
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader
Slotlied 425
Zegen   (beantwoord met gezongen Amen)       

Orde van zomerzangavonddienst 4 september 2022 18:30   

Voorganger:               ds. C.W. Saly, Amssterdam
Organist:                     dhr. Danny Spaans
Ouderling:                  dhr. R. Verhallen
Diaken:                       mevr. M. van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

orgelspel
intrede
welkom en mededelingen
psalm 62 vers 1 en 5
stil gebed
bemoediging en groet

zangblok i
Gezang 442: 1, 2, 3 Jezus ga ons voor (Liedboek voor de kerken 1973 |
Lied 650 Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Jezus ga ons voor
    deze wereld door,
    en U volgend op uw schreden
    gaan wij moedig met U mede.
    Leid ons aan uw hand
    naar het vaderland.
  2. Valt de weg ons lang,
    zijn wij klein en bang,
    sterk ons, Heer, om zonder klagen
    achter U ons kruis te dragen.
    Waar Gij voor ons tradt,
    is het rechte pad.
  3. Krimpt ons angstig hart
    onder eigen smart,
    moet het met de ander lijden,
    Jezus, geef ons kracht tot beide.
    Wees Gij zelf het licht
    dat ons troost en richt.

Lied 916: 1, 4, 5, 6 Door de wereld gaat een woord (Zangbundel Johannes de Heer | Lied 850 Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

(melodie van het volkslied van Israël)

  1. Door de wereld gaat een woord
    en het drijft de mensen voort:
    “Breek uw tent op, ga op reis,
    naar het land, dat Ik u wijs.”
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.


    4.Door de wereld klinkt een lied,
    tegen angsten en verdriet,
    tegen onrecht, tegen dwang,
    richten pelgrims hun gezang.
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.


    5. Velen, die de moed begaf,
    blijven staan of dwalen af,
    hunkerend naar hun oude land.
    Reisgenoten, grijp hun hand.
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.

    6.Door de wereld gaat een woord
    en het drijft de mensen voort:
    “Breek uw tent op, ga op reis,
    naar het land, dat Ik u wijs.”
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.

de heilige schrift
gebed om verlichting met de heilige geest
schriftlezing: Marcus 6:30-32
30De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten. 32Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. 

zangblok II
Lied 886: 1, 2 Abba Vader (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013 | Lied 100 Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Abba, Vader, U alleen,
    U behoor ik toe,
    U alleen doorgrondt mijn hart,
    U behoort het toe.
    Laat mijn hart steeds vurig zijn,
    U laat nooit alleen,
    Abba, Vader, U alleen,
    U behoor ik toe.
  2. Abba, Vader, laat mij zijn,
    slechts van U alleen,
    dat mijn wil voor eeuwig zij,
    d’Uwe en anders geen.
    Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer,
    laat mij nimmer gaan,
    Abba, Vader, laat mij zijn,
    slechts van U alleen

Lied 7: 1, 2 Als g’in nood gezeten (Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet,
    wil dan nooit vergeten: God verlaat U niet.
    Vrees toch geen nood, ’s Heren trouw is groot,
    en op ’t nacht’lijk duister, volgt het morgenrood.
    Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad;
    God zal u behoeden, uw toeverlaat.
  2. God blijft voor u zorgen, goed is de Heer
    en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer.
    Schoon g’ in ’t verdriet, nergens uitkomst ziet,
    groter dan de Helper, is de nood toch niet.
    Wat ons ontviele, Redder in nood,
    red slechts onze ziele, uit zond’ en dood.

prediking “…even alleen met jezus…”

orgelspel
geloofsbelijdenis staande en gezongen (Lied 340b – Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)
zangblok iii

Lied 885: 1, 2 Groot is uw trouw, o Heer (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

  1. Groot is uw trouw, o Heer mijn God en Vader
    Er is geen schaduw van omkeer bij U
    Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
    die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu
    Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
    iedere morgen aan mij weer betoond.
    Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
    Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

  2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden
    en uw nabijheid, die sterkt en die leidt
    Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst
    Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
    Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
    iedere morgen aan mij weer betoond.
    Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
    Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Psalm 150a: 1, 3, 4 Geprezen zij God (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

  1. Geprezen zij God! Gij engelenkoor
    dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord!
    Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep,
    die allen daarboven tot dankzegging riep.

    3.Geprezen zij God! Laat alles wat leeft
    nu zingen voor Hem die alles ons geeft.
    Laat jub’len het orgel, laat harp en trompet
    de glorie doen klinken, van Hem die ons redt.

    4.Geprezen zij God! Ons lied is gewijd
    aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.
    Om zijn goede schepping, om hemels genot,
    zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!

gebeden en gaven
dankzegging
voorbede
stil gebed
onze vader

inzameling van de gaven
zending en zegen
slotlied: Lied 425
zegen