Orde van dienst 8 maart 19:30 – Biddag voor gewas en arbeid

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Mevr. Margreet v. Koert             

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 145: 1,3
Votum en groet

Gezang 465: 1,2,3 (LvdK)
Van U zijn alle dingen,
van U, o God en Heer,
van U de zegeningen
die ‘k biddende begeer.
Gij wilt mijn weg omringen
met liefde wijs en teer.
Wat wij ooit goeds ontvingen,
het is van U, o Heer.

Nog voor wij U iets vragen,
voorkomt Gij ons gebed.
Gij hebt aleer wij klagen,
op onze nood gelet.
Gij helpt de last ons dragen,
Gij steunt bij elke tred,
zelfs bij de zwaarste plagen
zijt Gij de God die redt.

Hoe kent Gij al mijn noden,
waarin Gij trouw voorziet.
Gij geeft geen steen voor broden,
een slang voor vissen niet!
Wie komt tot U gevloden,
wien Gij geen redding biedt?
Gij laat de zondaar noden,
nog eer hij tot U vliedt.

Gebed
Schriftlezing: Genesis 3: 8-13
Toen de mens en zijn vrouw de HEER God in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden
wandelen, verborgen zij zich voor Hem tussen de bomen. Maar de HEER God riep de mens: ‘Waar ben je?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan Ik je verboden had te eten?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw die U mij hebt gegeven om mij terzijde te staan, gaf mij vruchten van de boom en toen heb ik ervan gegeten.’ ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg de HEER God aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’

Zingen Lied 944:1,2,3,4
Preek
Zingen Lied 835:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis
Zingen Psalm 89:1
Dankgebed, voorbeden, Onze Vader
Zingen Psalm 65: 1,5
Zegen

Orde van dienst 5 maart 2023 – Zondag Reminiscere

Tweede zondag van de 40dagentijd,
Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Jan Willem Hueting
Ouderling:                         Dhr. Robert Verhallen
Diaken:                              Dhr. Steven de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Welkom en mededelingen
Intochtslied Psalm 25:1
Votum en groet
Zingen Psalm 25:2,3
Geboden
Zingen  891:1,2 (Nederlandse tekst)
Gebed
Kinderlied: ‘Je hoeft niet bang te zijn’, Evangelische Liedbundel 448

Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer.
Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer.

Je hoeft niet bang te zijn, als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur rondom je leven zijn.

Je hoeft niet bang te zijn, al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft, als jij je ogen sluit.

Gebed

Schriftlezing: Johannes 4:1-30
Gesprek met een Samaritaanse vrouw
4 1Toen Jezus hoorde dat aan de farizeeën verteld werd dat Hij meer leerlingen maakte en er ook meer doopte dan Johannes 2– Jezus doopte overigens niet zelf, zijn leerlingen deden dat –, 3verliet Hij Judea en ging weer naar Galilea. 4Daarvoor moest Hij door Samaria heen. 5 Zo kwam Hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had, 6waar de Jakobsbron is. Jezus was vermoeid van de reis en ging bij de bron zitten; het was rond het middaguur. 7Toen kwam er een Samaritaanse vrouw water putten. Jezus zei tegen haar: ‘Geef Mij wat te drinken.’ 8Zijn leerlingen waren namelijk naar de stad gegaan om eten te kopen. 9 De vrouw antwoordde: ‘Hoe kunt U, als Jood, mij om drinken vragen? Ik ben immers een Samaritaanse!’ (Joden gaan namelijk niet met Samaritanen om.) 10 Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u Hém erom vragen en dan zou Hij u levend water geven.’ 11‘Maar heer,’ zei de vrouw, ‘U hebt geen emmer, en de put is diep – waar wilt U dan levend water vandaan halen? 12 U kunt toch niet meer dan Jakob, onze voorvader? Hij heeft ons die put gegeven en er zelf nog uit gedronken, en ook zijn zonen en zijn vee.’ 13Jezus antwoordde: ‘Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, 14 maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 15‘Geef mij dat water, heer,’ zei de vrouw, ‘dan zal ik geen dorst meer hebben en hoef ik ook niet meer hierheen te komen om water te putten.’ 16Toen zei Jezus tegen haar: ‘Ga uw man eens roepen en kom dan weer terug.’ 17‘Ik heb geen man,’ zei de vrouw. ‘U hebt gelijk als u zegt dat u geen man hebt,’ zei Jezus, 18‘u hebt vijf mannen gehad, en degene die u nu hebt is uw man niet. Wat u zegt is waar.’ 19Daarop zei de vrouw: ‘Ik begrijp dat U een profeet bent, heer. 20Onze voorouders vereerden God op deze berg, en bij u zegt men dat in Jeruzalem de plek is waar God vereerd moet worden.’ 21‘Geloof Me,’ zei Jezus, ‘er komt een tijd dat jullie noch op deze berg, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden. 22 Jullie vereren wat je niet kent, wij vereren wat we kennen; de redding komt immers van de Joden. 23Maar er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, 24want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ 25De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen,’ (dat betekent ‘gezalfde’) ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26 Jezus zei tegen haar: ‘Ik ben het, degene die met u spreekt.’ 27Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat Hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Waar bent U op uit?’ of: ‘Waarom spreekt U met haar?’ 28De vrouw liet haar kruik staan, ging terug naar de stad en zei tegen de mensen daar: 29‘Kom mee, er is iemand die alles van mij weet. Zou dat niet de messias zijn?’ 30Toen gingen de mensen de stad uit, naar Hem toe.31Intussen zeiden de leerlingen tegen Jezus: ‘Rabbi, U moet iets eten.’ 32Maar Hij zei: ‘Ik heb voedsel dat jullie niet kennen.’ 33‘Zou iemand Hem iets te eten gebracht hebben?’ zeiden ze tegen elkaar. 34Maar Jezus zei: ‘Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk voltooien. 35Zeggen jullie niet: “Nog vier maanden en dan komt de oogst”? Ik zeg jullie dit: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst! 36Nu al krijgt de maaier zijn loon en verzamelt hij vruchten voor het eeuwige leven, zodat de zaaier en de maaier tegelijk feest kunnen vieren. 37Hier is het gezegde van toepassing: De een zaait, de ander maait. 38Ik stuur jullie eropuit om een oogst binnen te halen waarvoor je geen moeite hebt hoeven doen; dat hebben anderen gedaan en jullie maken hun werk af. 39In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in Hem door het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van mij.’ 40Ze gingen naar Hem toe en vroegen Hem bij hen te blijven. Toen bleef Hij nog twee dagen. 41Nog veel meer mensen kwamen tot geloof door wat Hij zei; 42ze zeiden tegen de vrouw: ‘Wij geloven nu niet meer om wat jij gezegd hebt, maar we hebben Hem zelf gehoord en we weten dat Hij werkelijk de redder van de wereld is.’

Zingen 653:1,2,3
Preek
Opwekking 281 (‘Als een hert dat verlangt naar water’)

1 Als een hert dat verlangt naar water,
zo verlangt mijn ziel naar U.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.
U alleen bent mijn kracht, mijn schild,
aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

2 U bent meer dan goud en zilver,
U de bron van mijn bestaan.
U alleen schenkt echte blijdschap,
ja met U wil ‘k verder gaan.
U alleen bent mijn kracht, mijn schild,
aan U alleen geef ik mij geheel.
U alleen kunt mijn hart vervullen,
mijn aanbidding is voor U.

Bijdrage ZWO-commissie
Dankgebed, voorbeden en Onze Vader
Collecte
Zingen Psalm 87:1,2
Zegen met gezongen amen

Orde van dienst 26 feb 2023 Zondag Invocabit 1e zondag 40 dagentijd

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                           Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
intochtslied/ psalm 133
Stil gebed
Votum en Groet
Toelichting op de dienst
Verootmoediging
Lied 554: 1,2
Gebed bij de opening van het Woord

Lied: – Laat zo je licht maar schijnen – Hemelhoog 685
Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet
Zodat de mensen zeggen
God is goed

Laat zo je licht maar schijnen
Bij alles wat je doet
Zodat de mensen zeggen
God is goed

God is liefde, God is God is goed

Eerste lezing: I Samuel 18: 1-4 en II Samuel 1: 23-27

181Jonatan, die bij dit gesprek aanwezig was, voelde zich meteen sterk tot David aangetrokken en vatte een innige vriendschap voor hem op. 2Saul nam David vanaf die dag bij zich en liet hem niet meer teruggaan naar zijn ouderlijk huis. 3En Jonatan, die David zo liefhad als zijn eigen leven, sloot vriendschap met hem: 4hij deed zijn mantel af en gaf die aan David. Ook gaf hij hem zijn uitrusting, tot en met zijn zwaard, zijn boog en zijn koppelriem.
23Saul en Jonatan, de geliefden en beminden,
bij leven niet te scheiden, en onafscheidelijk verbonden in de dood.
Sneller dan een arend waren ze, en sterker dan een leeuw.
24O dochters van Israël, treur om Saul!
Rijk bewerkt scharlaken gaf hij je te dragen,
door hem werd je getooid met sieraden van goud.
25Ach, dat de helden in de oorlog moesten vallen!
Jonatan ligt gesneuveld op de heuvels.
26Het verdriet verstikt me, Jonatan,
je was mijn broeder, en mijn beste vriend.
Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen.
27Ach, dat de helden moesten vallen,
dat die wapens van Israël verloren moesten gaan!’

Lied 695: 1,2,3

Tweede lezing: Marcus 3: 20-21 en 31-35  [lector]
Jezus, de schriftgeleerden en zijn verwanten
20Hij ging terug naar huis, en weer verzamelde zich een menigte, zodat ze zelfs niet de kans kregen om wat te eten. 21Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om Hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren.
31Intussen waren zijn moeder en zijn broers aangekomen. Ze stuurden iemand naar binnen om Hem te halen. Zelf bleven ze buiten wachten. 32Er zat een groot aantal mensen om Hem heen. Toen er tegen Hem gezegd werd: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken U,’ 33antwoordde Jezus: ‘Wie zijn mijn moeder en mijn broers?’ 34Hij keek de mensen aan die in een kring om Hem heen zaten en zei: ‘Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. 35Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’

Lied: 837: 1,2

Overweging

Tussenzang: Welk een vriend
Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan.
Welk een voorrecht dat ik door Hem,
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen,
in ’t gebed tot onze Heer.

Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg.
Dierb’re Heiland, onze toevlucht,
Gij zijt onze hulp en borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer,
in Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.

Meditatief orgelspel
Bijdrage ZWO  Commissie
Lied: 1000: 1vz, 2a, 3vr, 4m, 5a, refrein steeds allen
( vz-voorzang, a-allen, vr-vrouwen, m-mannen, )

Geloofsbelijdenis (staande gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied: 793: 1,2
Heenzending en zegen
Gezongen Amen

Orde van dienst van 19 februari – zondag Quinquagesima

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Dhr.  R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 31: 1, 6
Votum en groet
Zingen lied 965:1,2,3
Smeekgebed
Zingen Gezang 259:1,2 (LvdK)
Halleluja! Lof zij het Lam,
die onze zonden op zich nam,
wiens bloed ons heeft geheiligd;
die dood geweest is, – en Hij leeft;
die ’t volk, dat Hij ontzondigd heeft,
in eeuwigheid beveiligt!

Aanbidt de Vader in het woord!
Aanbidt de Zoon, aan ’t kruis doorboord!
Aanbidt de Geest uit beiden!
Van zijn gemeenschap, zijn gena,
zijn liefd’ en trouw, halleluja,
zal ons geen schepsel scheiden.

Dankwoord voor Corry van der Kruk

Zingen lied 657:1,2,3,4
Gebed
Kinderlied

Handelingen 16: 16-34
16Een andere keer, toen we weer op weg waren naar de gebedsplaats, kwamen we een jonge slavin tegen die bezeten was door een geest en zo de toekomst kon voorspellen. Met haar waarzeggerij verdiende ze veel geld voor haar eigenaars.17Terwijl ze achter Paulus en ons aan liep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’ 18Dat ging verscheidene dagen zo door. Toen Paulus er genoeg van kreeg, draaide hij zich om en zei tegen de geest: ‘Ik beveel je in de naam van Jezus Christus: verlaat haar!’ En op datzelfde moment ging de geest uit haar weg.19Toen haar eigenaars merkten dat ze hun bron van inkomsten kwijt waren, grepen ze Paulus en Silas vast en sleurden hen naar het marktplein, 20waar ze hen voorleidden aan de stadsbestuurders. Ze zeiden: ‘Deze mensen brengen onze stad in rep en roer. Het zijn Joden, 21die een levenswijze verkondigen waarmee wij als Romeinen niet mogen instemmen en die we niet in praktijk mogen brengen.’ 22Ook de verzamelde menigte keerde zich tegen Paulus en Silas, waarna de stadsbestuurders hun de kleren van het lijf lieten scheuren en bevel gaven hen met stokslagen te straffen. 23Nadat ze een groot aantal slagen hadden gekregen, werden ze opgesloten in de gevangenis, waar de gevangenbewaarder opdracht kreeg hen streng te bewaken. 24Overeenkomstig dit bevel bracht hij hen naar de binnenste kerker en sloot hun voeten in het blok.25Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. 26Plotseling deed zich een hevige aardschok voor, zodat de gevangenis op haar grondvesten trilde; alle deuren sprongen open en bij iedereen schoten de boeien los. 27De gevangenbewaarder schrok wakker, en toen hij zag dat de deuren van de gevangenis openstonden, trok hij zijn zwaard om zelfmoord te plegen, want hij dacht dat de gevangenen ontsnapt waren. 28Maar Paulus riep hem luidkeels toe: ‘Doe uzelf niets aan, we zijn immers nog allemaal hier!’ 29De bewaarder vroeg om een fakkel, rende naar binnen en viel bevend voor Paulus en Silas op de grond. 30Hij bracht hen naar buiten en vroeg: ‘Heren, wat moet ik doen om gered te worden?’ 31Ze antwoordden: ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u en uw huisgenoten.’ 32En ze verkondigden de boodschap van de Heer aan hem en aan iedereen die bij hem woonde. 33Hoewel het midden in de nacht was, nam hij hen mee en maakte hun wonden schoon. Meteen daarna werden hij en zijn huisgenoten gedoopt. 34Hij bracht hen naar zijn woning en zette hun daar een maaltijd voor. Hij en al zijn huisgenoten waren buitengewoon verheugd dat zij nu in God geloofden.

Zingen lied 968:1,2,3,4,5
Preek
Zingen lied 909:1,2,3
Geloofsbelijdenis
Zingen lied 344:1,2,3
Mededeling over Actie Kerkbalans
Dankgebed en voorbeden
Collecte
Zingen lied 150a: 1,2,3,4
Zegen

Orde van dienst 12 februari 2023  zondag Sexagesima

Voorganger:                      Dr. P.J. van Midden,  Bergambacht
Organist:                           Dhr. Henny Oskam
Ouderling:                        Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                             Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Lied (psalm) 42: 1.2

Stil gebed, ‘ onze hulp’  en begroeting

Gebed om ontferming, afgesloten met  lied 281: 1.2.3

Bemoediging  / geboden

Zingen Lied 911:1

Gelegenheid voor de nevendienst

Gebed
Lezing uit de Bijbel: Exodus 3: 1-14
31Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde ver de woestijn in, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. 2Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. 3Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. 4Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep Hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde Mozes. 5‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. 6Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.7De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, Ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, Ik weet hoe ze lijden. 8Daarom ben Ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 9De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en Ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. 10Daarom stuur Ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’11Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat Ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’13Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?’ 14Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”’
Zingen Lied 23b

Lezing van het Evangelie: Mattheüs 8: 18-22
18Toen Jezus de mensenmassa om zich heen zag, gaf Hij bevel naar de overkant te varen. 19Maar een schriftgeleerde kwam op Hem af en zei: ‘Meester, ik zal U volgen waarheen U ook gaat.’ 20Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon heeft geen plaats waar Hij zijn hoofd te ruste kan leggen.’ 21Een ander, een van zijn leerlingen, zei: ‘Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.’ 22Maar Jezus zei tegen hem: ‘Volg Mij en laat de doden hun doden begraven.’

Zingen Lied 835
Overdenking

Meditatief orgelspel/  Kinderen komen terug van de nevendienst
Gezongen Geloofsbelijdenis (340 B)
Dank- en voorbede, stil gebed, ‘Onze Vader’
Zingen Lied 934 kan in canon gezongen worden
Collecte
Slotlied: 837
Zegenbede

Orde van dienst 5 februari 2023 ZWO-dienst    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Sjaak Warnaar
Muzikale Medewerking Zanggroep Spirit
Ouderling:                         Dhr. R. Verhallen
Diaken:                             Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen: Psalm 27:1
Votum en groet
Zingen: ‘Ruwe stormen mogen woeden’

1 Ruwe stormen mogen woeden,
Alles om mij heen zij nacht,
God, mijn God zal mij behoeden,
God houdt voor mijn heil de wacht.
Moet ik lang Zijn hulp verbeiden,
Zijne liefde blijft mij leiden:
Door een’ nacht, hoe zwart, hoe dicht,
Voert Hij mij in ’t eeuwig licht.

2 Hij, de kenner aller harten,
kent ook mij, en weet alleen,
hoe ik hier, in al mijn smarten,
’t heil verwacht van Hem alleen.
Ja, hij weet, hoe diep mijn zonden
steeds opnieuw mijn ziel doorwonden:
niet mijn ongeloof en waan,
mijn geloof, dat ziet Hij aan.

Geboden

Gebed om vergeving

3 Mij heeft Hij zijn Zoon gegeven,
door ’t geloof nam ik Hem aan;
ja, ik weet, dat ik zal leven
en door Hem ten hemel gaan.
Mij heeft God in Hem verkoren,
zelfs eer ik nog was geboren,
eer de stem van Zijne macht
immer iets had voortgebracht.

Moment met de kinderen
Gebed

Kinderlied:

Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht
en Hij wenst dat ieder tot zijn ere schijn’
jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn

Jezus zegt dat Hij ieders kaarsje ziet
of het helder licht geeft of ook bijna niet
Hij ziet uit de Hemel of wij lichtjes zijn
jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn

Jezus zegt ons ook dat ’t zo donker is
overal op aarde zond’ en droefenis
laat ons dan in ’t duister held’re lichtjes zijn
jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn

Gebed

Schriftlezing: Mattheüs 5,13-16
Jullie zijn het zout van de aarde. Maar als het zout zijn smaak verliest, hoe kan het dan weer zout worden gemaakt? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt. Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven.
Je steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, je zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is.
Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, zodat zij jullie goede daden kunnen zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.

Spirit zingt: Not to be hidden & Hij is vuur

Preek

Zingen Lied 1005: 1 en 3 Spirit, 2, 4 en 5 samenzang
Project ‘Lichtpunten voor Syrische vluchtelingen’ (ZWO-commissie)
Spirit zingt: ‘Instruments of peace’
Geloofsbelijdenis

Zingen Gezang 467 (LvdK)
1 O eeuwge Vader, sterk in macht,
wiens arm betoomt der baren kracht,
die wijst de grondlooz’ oceaan
de hem gestelde perken aan,
o wil verhoren onze beê
voor hen, die zijn in nood op zee!

2 O Christus, wiens bestraffend woord
door wind en water werd gehoord,
die onder ’t stormen rustig sliep
en wandeld’ over ’t schuimend diep,
o wil verhoren onze beê
voor hen, die zijn in nood op zee!

3 O Geest, die op de grote vloed
gelijk een vogel hebt gebroed,
breng Gij ’t geweld der zee tot staan
en laat de mens met vrede gaan.
O wil verhoren onze beê
voor hen, die zijn in nood op zee!

4 O God, die ons behoeden wilt,
bescherm de broeders, wees hun schild
in storm en strijd, ga met ze mee
en red ze van ’t geweld der zee,
dat land en water wijd en zijd
lofzingen uw barmhartigheid.

Dankgebed en voorbeden
Spirit: Praise my soul the King of heaven
Collecte
Zingen Lied 423: 1 (Spirit), 2 en 3 (allen).
Zegen

Orde van dienst 29 januari 2023 (Bediening Heilig Avondmaal)

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Welkom en mededelingen
Intochtslied Psalm 71:1
Votum en groet
Zingen Psalm 71: 5, 13
Lezing van de wet
Zingen lied 517:1,2
Gebed om vergeving
Zingen lied 517: 3,4
Genadeverkondiging
Zingen lied 517: 5
Gebed

Schriftlezing Klaagliederen 3: 22-40
22De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde.23Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw!24Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd.25Goed is de HEER voor wie Hem zoekt en zich op Hem verlaat.26Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt.27Goed is het als een mens zijn juk draagt in zijn jeugd.28Laat hij neerzitten, eenzaam en geduldig, als het hem wordt opgelegd.29Laat hij zich neerwerpen en stof likken, misschien is er hoop.30Laat hij zijn wang bieden aan wie hem slaat, laat hij verzadigd raken van hoon.31Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig.32Als Hij leed berokkent, ontfermt Hij zich ook, zo groot is zijn liefde;33slechts met tegenzin brengt Hij leed en rampspoed over de mensen.34Dat men overal op aarde gevangenen vertrapt,35dat men iemands rechten schendt onder de ogen van de Allerhoogste,36dat men een mens een eerlijk vonnis onthoudt – zou de Heer het niet zien?37Wie is het die spreekt en het is er? Zou de Heer het niet zijn die gebiedt?38Komt uit de mond van de Allerhoogste niet goed zowel als kwaad?39Wat klaagt een mens zolang hij nog leeft? Laat hij klagen over zijn zonden!40Laten we ons leven onderzoeken en doorvorsen, laten we terugkeren naar de HEER,

Zingen lied 207: 1,2,3,4
Preek
Zingen lied 885: 1,2
Lezen van het Avondmaalsformulier
Gebed
Zingen Psalm 146: 1,3,4
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen Psalm 103c:1,3
Dankgebed
Inzameling van de gaven

Orde van dienst 22 januari 3e zondag na Epifanie    

Voorganger:                      ds. A,A,A, Prosman
Organist:                            dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                         dhr.  R. Verhallen
Diaken:                               dhr.  S. de Feij  

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied psalm: 66: 1, 2

Votum en groet  
Vervolg eerste psalm 66: 3, 5
Verootmoedigingsgebed
Zingen: lied 834: 1
Gebed bij de opening van het Woord en verlichting met de Heilige Geest
Kinderen naar de nevendienst
Lezing uit het oude testament: 1 Koningen 3 : 1-15
Salomo’s wijsheid
31Door de dochter van de farao tot vrouw te nemen, werd Salomo de schoonzoon van de koning van Egypte. Hij liet haar in de Davidsburcht wonen, totdat hij gereed was met de bouw van zijn paleis, de tempel van de HEER en de muur rondom Jeruzalem. 2Omdat er in die tijd nog geen tempel was gebouwd voor de naam van de HEER, bleef het volk zijn offers brengen op de offerplaatsen. 3Salomo zelf toonde zijn liefde voor de HEER door te handelen naar wat zijn vader David hem had voorgehouden, maar ook hij bracht zijn offers en brandde wierook op de offerplaatsen. 4Zo ging de koning op een keer naar Gibeon, de belangrijkste offerhoogte van het land, om er te offeren. Wel duizend dieren droeg hij daar op het altaar als brandoffer op. 5Die nacht verscheen de HEER hem daar in een droom. ‘Vraag wat je wilt,’ zei God, ‘Ik zal het je geven.’ 6Salomo antwoordde: ‘U bent uw dienaar, mijn vader David, altijd goedgezind geweest, omdat hij U trouw toegewijd was en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U. U hebt hem een grote gunst bewezen door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit. 7U, HEER, mijn God, hebt mij als opvolger van mijn vader David als koning aangesteld. Maar ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. 8Ik sta nu voor de taak uw uitverkoren volk te leiden, een volk zo talrijk dat het niet te tellen is. 9Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?’ 10Het beviel de Heer dat Salomo juist hierom vroeg, 11en Hij zei tegen hem: ‘Omdat je hierom vraagt – niet om een lang leven of grote rijkdom of de dood van je vijanden, maar om het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht – 12zal Ik je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft. 13Ook waar je niet om gevraagd hebt zal Ik je geven: zo veel rijkdom en roem dat geen enkele andere koning je tijdens je leven zal evenaren. 14En als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn bepalingen en geboden, zoals je vader David dat deed, zal Ik je een lang leven schenken.’ 15Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit.

Zingen: psalm 21 : 1 en 2
Evangelielezing: Hebreeën 5 : 11-14
11Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. 12Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de eerste beginselen van de woorden van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. 13Wie melk drinkt is nog een klein kind en kan niets verstandigs zeggen over gerechtigheid. 14Maar voor volwassenen is er vast voedsel; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad.
Zingen: psalm 21 : 3 en 4

uitleg en verkondiging van het Woord.
                Thema: van Gibeon naar Jeruzalem
Orgelspel
kinderen terug uit de nevendienst
zingen: lied 361: 1 – 4
gezongen geloofsbelijdenis
aandacht voor de gaven
dankgebed en voorbede
zingen: lied 360 : 1, 3, 5 en 6
Heenzending en zegen.

Orde van dienst 15 jan. 2e zondag na Epifanie  

Voorganger:                      drs. P.M. van Dam, Houten
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied psalm 100: 1, 2 – Juicht Gode toe, bazuin en…

Stil gebed – Bemoediging en groet
Zingen psalm Lied 100: 3, 4
Verootmoedigen
Woord van genade
Woorden van Leven

Gebed bij de opening van de schrift
Kindernevendienst – lamp mee naar eigen ruimte

Schriftlezing       NBV21
OT          Jesaja 55: 1 – 11
Een eeuwigdurend verbond
551Hierheen! Hier is water,
voor ieder die dorst heeft.
Kom, ook al heb je geen geld.
Koop hier je voedsel en eet.
Kom, koop voedsel zonder geld,
koop wijn en melk zonder betaling.
2Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is,
je loon besteden aan wat niet verzadigen kan?
Luister aandachtig naar Mij,
en je zult ruimschoots te eten hebben
en genieten van een overvloedig maal.
3Leen Mij je oor en kom bij Mij,
luister, en je zult leven.
Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond,
als blijvende bevestiging van mijn liefde voor David.
4Hem heb Ik aangesteld
als getuige voor de volken,
als vorst en heerser over de naties.
5Ook jij zult een volk ontbieden
dat je nog niet kende,
en een volk dat jou nog niet kende
zal zich haasten om bij je te zijn,
omwille van de HEER, je God,
de Heilige van Israël,
die je deze luister heeft verleend.
6Zoek de HEER nu Hij zich laat vinden,
roep Hem terwijl Hij nabij is.
7Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten,
laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien.
Laat hij terugkeren naar de HEER,
die zich over hem zal ontfermen;
laat hij terugkeren naar onze God,
die hem ruimhartig zal vergeven.
8Mijn plannen zijn niet jullie plannen,
en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER.
9Want zo hoog als de hemel is boven de aarde,
zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven,
en mijn plannen jullie plannen.
10Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel
en daarheen niet terugkeert
zonder eerst de aarde te doordrenken,
haar te bevruchten en te laten gedijen,
zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –
11zo geldt dit ook voor het woord
dat voortkomt uit mijn mond:
het keert niet vruchteloos naar Mij terug,
niet zonder eerst te doen wat Ik wil
en te volbrengen wat Ik gebied.

Zingen Lied 382: 1, 3      O alle gij dorstigen        

NT          Marcus 1: 1 – 11
11Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God.
2Er staat geschreven bij de profeet Jesaja:
‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit,
hij zal Je een weg banen.
3Een stem roept in de woestijn:
“Maak de weg van de Heer gereed,
maak recht zijn paden!”’
4En zo is het gebeurd toen Johannes ging dopen in de woestijn en de mensen opriep tot inkeer te komen en zich te laten dopen, om vergeving van zonden te krijgen. 5Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. 6Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. 7Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om voor Hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. 8Ik heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’ 9In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. 10Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’

Zingen Lied 526: 2  – Hij daalt ootmoedig in het water
Uitleg en verkondiging 
Zingen Lied 605 – De toekomst is al gaande
Gezongen geloofsbelijdenis Lied 340b
Inzameling van de gaven.
Dankzegging, voorbeden, Stil gebed, Onze Vader
Slotlied 654: 4, 5, 6
Zegen
Amen – gezongen

Orde van dienst 8 januari 2023

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                           Dhr. Martijn van de Weerd
Ouderling:                         Dhr. R. Verhallen
Diaken:                              Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 72:1
Votum en groet
Zingen Psalm 72: 4,5
Lezing van de geboden
Zingen lied 1005:1,4,5 (Nederlandse tekst)
Gebed om vergeving
Afscheid van ouderling Frouwien Wille
Zingen lied 704: 1,2,3
Gebed
Efeziërs 3: 1-21
31Daarom bid ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u die afkomstig bent uit de heidense volken. 2U hebt immers gehoord dat God zijn plan verwezenlijkt door de genade die ik met het oog op u ontvangen heb. 3Mij is het geheim geopenbaard waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. 4Aan de hand daarvan kunt u zich, wanneer u dat leest, een beeld vormen van mijn inzicht in dit geheim van Christus. 5Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: 6ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie. 7Van dat evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. 8Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidense volken de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9en voor allen in het licht te stellen hoe het geheim dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van alle dingen, verwezenlijkt wordt. 10Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, 11naar het eeuwige voornemen dat Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jezus, onze Heer. 12Door onze eenheid met Hem hebben wij vrijelijk toegang tot God; door ons geloof in Hem mogen wij daarop vertrouwen. 13Ik vraag u dan ook de moed niet te verliezen wanneer ik lijd omwille van u, want het leidt tot uw luister. 14Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, 15die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde. 16Moge Hij vanuit zijn rijke luister u innerlijke kracht en sterkte schenken door zijn Geest, 17zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. 18Dan zult u met alle heiligen in staat zijn de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte te begrijpen, 19ja de liefde van Christus te kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u geheel vervuld zult raken van de volheid van God. 20Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, 21aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, van geslacht op geslacht, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Zingen lied 526:1,4
Preek
Zingen lied 518:1,2,4
Geloofsbelijdenis (zingen lied 340b)
Dankgebed, voorbede en Onze Vader
Collecte
Zingen psalm 107:7
Zegen en gezongen amen