Voorganger: Mevr. Dr . J.G. Mooi, Hoogmade
Organist: Dhr. A. van Pelt
Ouderling: Mevr. N. Griffioen
Diaken: Dhr. J. Kalshoven
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm23: 1 en 2
Stil gebed
Votum en groet
Verootmoediging/bemoediging
Zingen: Lied 146c: 1 en 7
Gebed voor de Opening des Woord
[kinderen naar de nevendienst]
1e Schriftlezing: Joh. 10: 1-10 (NBG)
De goede Herder
1Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover; 2maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. 3Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen naar zijn stem en hij roept zijn eigen schapen bij name en voert ze naar buiten. 4Wanneer hij zijn eigen schapen alle naar buiten gebracht heeft, gaat hij voor ze uit en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen; 5maar een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen, doch zij zullen van hem weglopen, omdat zij de stem der vreemden niet kennen. 6In dit beeld sprak Jezus tot hen, maar zij begrepen niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak. 7Jezus zeide dan nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. 8Allen, die vóór Mij gekomen zijn, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben naar hen niet gehoord. 9Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. 10De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.
Zingen: Lied 653: 1,6 en 7
2e Schriftlezing: Joh.10: 11-18 (NBG)
11Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; 12maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht – en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen – 13want hij is een huurling en de schapen gaan hem niet ter harte. 14Ik ben de goede herder en Ik ken de mijne en de mijne kennen Mij, 15gelijk Mij de Vader kent en Ik de Vader ken, en Ik zet mijn leven in voor de schapen. 16Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder. 17Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. 18Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen; dit gebod heb Ik van mijn Vader ontvangen.
Zingen: Lied 654: 5 en 6
Verkondiging
Zingen: Lied 23a: 1,2 en 3 (op de melodie van lied 766)
Geloofsbelijdenis (gelezen)
Gebeden
Collecte
Slotlied: Lied 802: 1,3,5 en 6 (melodie van het Hatikva)|
Heenzending en zegen.
Gezongen Amen