Voorganger: ds. H.J. Prosman
Organist: Dhr. Ad van Pelt
Ouderling: Dhr. R. Verhallen
Diaken: Mevr. Margreet v. Koert
De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG
Welkom en mededelingen
Zingen Psalm 118:1
Votum en groet
Zingen Psalm 118: 5,6
Gebed
Schriftlezing Psalm 116
De HEER heb ik lief, Hij hoort
mijn stem, mijn smeken,
Hij luistert naar mij,
ik roep Hem aan, mijn leven lang.
Banden van de dood omknelden mij,
angsten van het dodenrijk grepen mij aan,
ik voelde angst en pijn.
Toen riep ik de naam van de HEER:
‘HEER, red toch mijn leven!’
De HEER is genadig en rechtvaardig,
onze God is een God van ontferming,
de HEER beschermt de eenvoudigen,
machteloos was ik en Hij heeft mij bevrijd.
Kom weer tot rust, mijn ziel,
de HEER heeft naar je omgezien.
Ja, U hebt mijn leven ontrukt aan de dood,
mijn ogen gedroogd van tranen,
mijn voeten voor struikelen behoed.
Ik mag wandelen in het land van de levenden
onder het oog van de HEER.
Ik bleef vertrouwen, ook al zei ik:
‘Ik ben diep ongelukkig.’
Al te snel dacht ik:
Geen mens die zijn woord houdt.
Hoe kan ik de HEER vergoeden
wat Hij voor mij heeft gedaan?
Ik zal de beker van bevrijding heffen,
de naam aanroepen van de HEER
en mijn geloften aan de HEER inlossen
in het bijzijn van heel zijn volk.
Kostbaar in de ogen van de HEER
is het leven van zijn getrouwen.
Ach HEER, ik ben uw dienaar,
uw dienaar ben ik, de zoon van uw dienares:
U hebt mijn boeien verbroken.
U wil ik een dankoffer brengen.
Ik zal de naam aanroepen van de HEER
en mijn geloften aan de HEER inlossen
in het bijzijn van heel zijn volk,
in de voorhoven van het huis van de HEER,
binnen uw muren, Jeruzalem.
Halleluja!
Zingen: psalm 116: 1 t/m 4
Schriftlezing Mattheüs 26: 17-35
Op de eerste dag van het feest van het Ongedesemde brood kwamen de leerlingen naar Jezus toe en vroegen: ‘Waar wilt U dat wij voorbereidingen treffen zodat U het pesachmaal kunt eten?’ Hij gaf hun de opdracht om naar een zeker persoon in de stad te gaan en hem te zeggen: ‘De meester laat u weten: “Mijn tijd is nabij; Ik wil met mijn leerlingen bij u het pesachmaal gebruiken.”’ De leerlingen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het pesachmaal. Toen de avond was gevallen, lag Hij samen met de twaalf aan voor de maaltijd. Onder het eten zei Hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal Mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze Hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Hij antwoordde: ‘Hij die tegelijk met Mij iets uit de schaal nam, die zal Mij uitleveren. De mensenzoon zal heengaan zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Mensenzoon uitgeleverd wordt: het zou beter voor hem zijn als hij nooit geboren was.’ Toen zei ook Judas, die Hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’ Toen ze verder aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de leerlingen ervan met de woorden: ‘Neem, eet, dit is mijn lichaam.’ En Hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: ‘Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden. Ik zeg jullie: vanaf nu zal Ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken, tot de dag dat Ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.’ Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg. Onderweg zei Jezus tegen hen: ‘Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen uiteengedreven worden.” Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ Petrus zei daarop tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen U afvallen, ik nooit!’ Jezus antwoordde hem: ‘Ik verzeker je: deze nacht, nog voor de haan gekraaid heeft, zul jij Mij driemaal verloochenen.’ Petrus zei: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle andere leerlingen vielen hem daarin bij.
Zingen Psalm 116: 5 t/m 8
Preek
Zingen Gezang 51:1,2,3 (Hervormde bundel)
Middelpunt van ons verlangen,
trooster van ’t ontrust gemoed,
Jezus, onze dankb’re zangen
loven uwe liefdegloed.
Gij woudt van de hemel dalen
op deez’ diep bedorven aard’,
en voor ons de schuld betalen,
die ons bang gemoed bezwaart.
Liefde, met wat medelijden
zaagt Gij Adams kind’ren aan!
Voor die zondaars woudt Gij strijden,
om hen van de vloek t’ ontslaan.
Ja, Gij storttet bloed en tranen
in het bang Gethsémane,
om voor ons de weg te banen
naar ’t gewest van rust en vree.
Liefd’, in U is al ons leven,
Gij, Gij zijt ons hoogste goed!
Ja, uw kruis heeft ons gegeven
wat ons eeuwig leven doet.
O, hoe zijn w’ aan U verbonden,
Jezus, Redder, ’s Vaders Zoon,
onze harten, onze monden
juichen dankbaar tot uw troon!
Lezen van het avondmaalsformulier
Gebed en Onze Vader
Terwijl de tafel wordt bereid, zingen we:
Viering van het Heilig Avondmaal
Zingen Psalm 113:1
Dankgebed en voorbede
Zingen Psalm 22:11
Zegen