Welkom en mededelingen Intochtslied Psalm 71:1 Votum en groet Zingen Psalm 71: 5, 13 Lezing van de wet Zingen lied 517:1,2 Gebed om vergeving Zingen lied 517: 3,4 Genadeverkondiging Zingen lied 517: 5 Gebed
Schriftlezing Klaagliederen 3: 22-40 22De HEER bewijst zijn liefde: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen einde.23Elke morgen schenkt Hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw!24Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd.25Goed is de HEER voor wie Hem zoekt en zich op Hem verlaat.26Goed is het geduldig te hopen op de HEER die redding brengt.27Goed is het als een mens zijn juk draagt in zijn jeugd.28Laat hij neerzitten, eenzaam en geduldig, als het hem wordt opgelegd.29Laat hij zich neerwerpen en stof likken, misschien is er hoop.30Laat hij zijn wang bieden aan wie hem slaat, laat hij verzadigd raken van hoon.31Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig.32Als Hij leed berokkent, ontfermt Hij zich ook, zo groot is zijn liefde;33slechts met tegenzin brengt Hij leed en rampspoed over de mensen.34Dat men overal op aarde gevangenen vertrapt,35dat men iemands rechten schendt onder de ogen van de Allerhoogste,36dat men een mens een eerlijk vonnis onthoudt – zou de Heer het niet zien?37Wie is het die spreekt en het is er? Zou de Heer het niet zijn die gebiedt?38Komt uit de mond van de Allerhoogste niet goed zowel als kwaad?39Wat klaagt een mens zolang hij nog leeft? Laat hij klagen over zijn zonden!40Laten we ons leven onderzoeken en doorvorsen, laten we terugkeren naar de HEER,
Zingen lied 207: 1,2,3,4 Preek Zingen lied 885: 1,2 Lezen van het Avondmaalsformulier Gebed Zingen Psalm 146: 1,3,4 Viering van het Heilig Avondmaal Zingen Psalm 103c:1,3 Dankgebed Inzameling van de gaven
Actie Kerkbalans 2023 is van start! Nieuwkoop, Januari 2023
Geacht gemeentelid van de Hervormde kerk,
Kerkbalans is de grootste fondsenwervende actie van het land; door het hele land vragen plaatselijke gemeenten hun leden om een financiële bijdrage over te maken. Doet u dit jaar (ook weer) mee?
Na lastige jaren staan de deuren van de kerk nu gelukkig weer wagenwijd open. Daar zijn we dankbaar voor! Het is ook het moment dat we als Christelijke gemeente weer op volle kracht vooruit willen en kunnen. We willen een plek zijn en blijven waar leden rust en verdieping vinden en God ontmoeten. Waar we naar elkaar omzien en voor elkaar zorgen. Waar we klaarstaan voor mensen in de samenleving die onze steun nodig hebben. Uw bijdrage is onmisbaar om dit samen kerk-zijn ook in 2023 vorm en inhoud te geven.
De kerk kan alleen bestaan dankzij de financiële steun van haar leden. Doe daarom mee aan de Actie Kerkbalans en vul het toezeggingsformulier ruimhartig in. In de komende week haalt een vrijwilliger het formulier bij u op. Voor de buitengewesten het verzoek, uw antwoord binnen 10 dagen in de bijgaande retourenveloppe terug te sturen.
U kunt uw bijdrage ook digitaal overmaken op NL05 RABO 0373 7257 36 t.n.v. CVK Hervormde Gemeente Nieuwkoop , onder vermelding van ‘Actie Kerkbalans 2023’.
Nog even uw attentie.
Zoals u waarschijnlijk al heeft vernomen verdwijnt de acceptgiro in juni 2023.
Vanaf 1 juni 2023 zullen acceptgiro’s niet meer worden verwerkt door de banken.
Dat betekent dat een maandelijkse betaalwijze via de acceptgiro, niet meer mogelijk is en kan dus niet meer worden aangeboden. De mensen, die met acceptgiro willen betalen kunnen dit eenmalig doen met de acceptgiro van het toezeggingsformulier.
In het verleden was er de mogelijkheid, dat u aangaf op het antwoordformulier welke maanden u het bedrag via een acceptgiro wilde overmaken. Dan kreeg u een acceptgiro toegezonden. Dit is in 2023 niet meer mogelijk, zoals aangeven.
Wel kunt u nog digitaal via uw bank de bedragen in verschillende maanden overschrijven. Alleen moet u dit wel zelf aangeven, zoals velen dit al doen. (op het antwoordformulier is dit OVERIG)
Alternatief is de bekende automatische incasso en eventueel contant betalen.
Alvast veel dank voor uw bijdrage! Door vandaag te geven, kan de kerk blijven doen waar ze al eeuwenlang voor staat. Op naar de kerk van morgen.
College van Kerkrentmeesters Hervormde Gemeente Nieuwkoop
Orgelspel Welkom en mededelingen Intochtslied psalm: 66: 1, 2
Votum en groet Vervolg eerste psalm 66: 3, 5 Verootmoedigingsgebed Zingen: lied 834: 1 Gebed bij de opening van het Woord en verlichting met de Heilige Geest Kinderen naar de nevendienst Lezing uit het oude testament: 1 Koningen 3 : 1-15 Salomo’s wijsheid 31Door de dochter van de farao tot vrouw te nemen, werd Salomo de schoonzoon van de koning van Egypte. Hij liet haar in de Davidsburcht wonen, totdat hij gereed was met de bouw van zijn paleis, de tempel van de HEER en de muur rondom Jeruzalem. 2Omdat er in die tijd nog geen tempel was gebouwd voor de naam van de HEER, bleef het volk zijn offers brengen op de offerplaatsen. 3Salomo zelf toonde zijn liefde voor de HEER door te handelen naar wat zijn vader David hem had voorgehouden, maar ook hij bracht zijn offers en brandde wierook op de offerplaatsen. 4Zo ging de koning op een keer naar Gibeon, de belangrijkste offerhoogte van het land, om er te offeren. Wel duizend dieren droeg hij daar op het altaar als brandoffer op. 5Die nacht verscheen de HEER hem daar in een droom. ‘Vraag wat je wilt,’ zei God, ‘Ik zal het je geven.’ 6Salomo antwoordde: ‘U bent uw dienaar, mijn vader David, altijd goedgezind geweest, omdat hij U trouw toegewijd was en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U. U hebt hem een grote gunst bewezen door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit. 7U, HEER, mijn God, hebt mij als opvolger van mijn vader David als koning aangesteld. Maar ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. 8Ik sta nu voor de taak uw uitverkoren volk te leiden, een volk zo talrijk dat het niet te tellen is. 9Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?’ 10Het beviel de Heer dat Salomo juist hierom vroeg, 11en Hij zei tegen hem: ‘Omdat je hierom vraagt – niet om een lang leven of grote rijkdom of de dood van je vijanden, maar om het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht – 12zal Ik je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft. 13Ook waar je niet om gevraagd hebt zal Ik je geven: zo veel rijkdom en roem dat geen enkele andere koning je tijdens je leven zal evenaren. 14En als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn bepalingen en geboden, zoals je vader David dat deed, zal Ik je een lang leven schenken.’ 15Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit.
Zingen: psalm 21 : 1 en 2 Evangelielezing: Hebreeën 5 : 11-14 11Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan u uit te leggen, omdat u traag van begrip bent geworden. 12Werkelijk, u had toch inmiddels allemaal leraar moeten zijn! In plaats daarvan hebt u er zelf een nodig om u opnieuw de eerste beginselen van de woorden van God bij te brengen; het is met u zover gekomen dat u weer aangewezen bent op melk in plaats van op vast voedsel. 13Wie melk drinkt is nog een klein kind en kan niets verstandigs zeggen over gerechtigheid. 14Maar voor volwassenen is er vast voedsel; hun zintuigen zijn door ervaring geoefend en zij zijn in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Zingen: psalm 21 : 3 en 4
uitleg en verkondiging van het Woord. Thema: van Gibeon naar Jeruzalem Orgelspel kinderen terug uit de nevendienst zingen: lied 361: 1 – 4 gezongen geloofsbelijdenis aandacht voor de gaven dankgebed en voorbede zingen: lied 360 : 1, 3, 5 en 6 Heenzending en zegen.
Stil gebed – Bemoediging en groet Zingen psalm Lied 100: 3, 4 Verootmoedigen Woord van genade Woorden van Leven
Gebed bij de opening van de schrift Kindernevendienst – lamp mee naar eigen ruimte
Schriftlezing NBV21 OT Jesaja 55: 1 – 11 Een eeuwigdurend verbond 551Hierheen! Hier is water, voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel en eet. Kom, koop voedsel zonder geld, koop wijn en melk zonder betaling. 2Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan wat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar Mij, en je zult ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. 3Leen Mij je oor en kom bij Mij, luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond, als blijvende bevestiging van mijn liefde voor David. 4Hem heb Ik aangesteld als getuige voor de volken, als vorst en heerser over de naties. 5Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich haasten om bij je te zijn, omwille van de HEER, je God, de Heilige van Israël, die je deze luister heeft verleend. 6Zoek de HEER nu Hij zich laat vinden, roep Hem terwijl Hij nabij is. 7Laat de goddeloze zijn slechte weg verlaten, laat de onrechtvaardige zijn snode plannen herzien. Laat hij terugkeren naar de HEER, die zich over hem zal ontfermen; laat hij terugkeren naar onze God, die hem ruimhartig zal vergeven. 8Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER. 9Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. 10Zoals regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel en daarheen niet terugkeert zonder eerst de aarde te doordrenken, haar te bevruchten en te laten gedijen, zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten – 11zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit mijn mond: het keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied.
Zingen Lied 382: 1, 3 O alle gij dorstigen
NT Marcus 1: 1 – 11 11Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. 2Er staat geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, Ik zend mijn bode voor Je uit, hij zal Je een weg banen. 3Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!”’ 4En zo is het gebeurd toen Johannes ging dopen in de woestijn en de mensen opriep tot inkeer te komen en zich te laten dopen, om vergeving van zonden te krijgen. 5Alle inwoners van Judea en Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. 6Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. 7Hij verkondigde: ‘Na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om voor Hem te bukken en de riemen van zijn sandalen los te maken. 8Ik heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen met de heilige Geest.’ 9In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. 10Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’
Zingen Lied 526: 2 – Hij daalt ootmoedig in het water Uitleg en verkondiging Zingen Lied 605 – De toekomst is al gaande Gezongen geloofsbelijdenis Lied 340b Inzameling van de gaven. Dankzegging, voorbeden, Stil gebed, Onze Vader Slotlied 654: 4, 5, 6 Zegen Amen – gezongen
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen Psalm 72:1 Votum en groet Zingen Psalm 72: 4,5 Lezing van de geboden Zingen lied 1005:1,4,5 (Nederlandse tekst) Gebed om vergeving Afscheid van ouderling Frouwien Wille Zingen lied 704: 1,2,3 Gebed Efeziërs 3: 1-21 31Daarom bid ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u die afkomstig bent uit de heidense volken. 2U hebt immers gehoord dat God zijn plan verwezenlijkt door de genade die ik met het oog op u ontvangen heb. 3Mij is het geheim geopenbaard waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. 4Aan de hand daarvan kunt u zich, wanneer u dat leest, een beeld vormen van mijn inzicht in dit geheim van Christus. 5Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: 6ook mensen uit andere volken delen door hun eenheid met Christus Jezus in de erfenis, zij maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, door middel van het evangelie. 7Van dat evangelie ben ik dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht, die in mij werkt. 8Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidense volken de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9en voor allen in het licht te stellen hoe het geheim dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van alle dingen, verwezenlijkt wordt. 10Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, 11naar het eeuwige voornemen dat Hij ten uitvoer heeft gebracht in Christus Jezus, onze Heer. 12Door onze eenheid met Hem hebben wij vrijelijk toegang tot God; door ons geloof in Hem mogen wij daarop vertrouwen. 13Ik vraag u dan ook de moed niet te verliezen wanneer ik lijd omwille van u, want het leidt tot uw luister. 14Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, 15die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde. 16Moge Hij vanuit zijn rijke luister u innerlijke kracht en sterkte schenken door zijn Geest, 17zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. 18Dan zult u met alle heiligen in staat zijn de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte te begrijpen, 19ja de liefde van Christus te kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u geheel vervuld zult raken van de volheid van God. 20Aan Hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, 21aan Hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, van geslacht op geslacht, tot in alle eeuwigheid. Amen.
Zingen lied 526:1,4 Preek Zingen lied 518:1,2,4 Geloofsbelijdenis (zingen lied 340b) Dankgebed, voorbede en Onze Vader Collecte Zingen psalm 107:7 Zegen en gezongen amen
Welkom en mededelingen Intochtslied psalm 62:1,4 Votum en groet Zingen lied 488:1,3,5 Geboden Zingen lied 911:1,3 Gebed Schriftlezing psalm 1 11Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, 2maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. 3Hij zal zijn als een boom geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. 4Zo niet de wettelozen Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. 5Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. 6De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood.
Welkom en mededelingen Zingen Psalm 46:1 Votum en groet Zingen lied 468:1,2,3,4 Gebed Lezing: Psalm 2:1-12 21Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. 2De koningen van de aarde komen in verzet, de heersers spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde: 3‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ 4Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. 5Dan spreekt Hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: 6‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’ 7Het besluit van de HEER wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, Ik heb je vandaag verwekt. 8Vraag het Mij en Ik geef je de volken in bezit, de einden der aarde in eigendom. 9Jij zult ze breken met een ijzeren staf, ze stukslaan als een aarden pot.’ 10Daarom, koningen, wees verstandig, wees gewaarschuwd, leiders van de aarde. 11Onderwerp u, toon de HEER uw ontzag, breng Hem bevend uw hulde. 12Bewijs eer aan zijn zoon met een kus, anders ontvlamt zijn woede, en uw weg loopt dood, want bij het geringste ontsteekt Hij in toorn. Gelukkig wie schuilen bij Hem.
Zingen psalm 90:1,3,8 Preek Zingen lied 413:1,2,3 Geloofsbelijdenis Zingen lied 433:4,5 Dankgebed en voorbeden Inzameling van de gaven Zingen lied 725:3,4 Zegen
Introïtus: Komt allen tezamen Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
De hemelse englen riepen eens de herders weg van de kudde naar ’t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
Votum en groet
Lied 483:1,2,3 Stille nacht, heilige nacht, Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer.
Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor.
Stille nacht, heilige nacht! Vreed’ en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Smeekgebed
Dona Nobis Pacem
Gloria: Lied 481: 1-3
Hoor, de engelen zingen d’eer van de nieuw geboren Heer. Vreed’ op aarde, ‘t is vervuld: God verzoent der mensen schuld. Voegt u, volken in het koor, dat weerklinkt de hemel door, zingt met algemene stem voor het kind van Bethlehem. Hoor, de engelen zingen d’eer van de nieuw geboren Heer.
Hij, die heerst op ’s hemels troon, Here Christus, Vaders Zoon, wordt geboren uit een maagd op de tijd die God behaagt. Zonne der gerechtigheid, woord dat vlees geworden zijt, tussen alle mensen in in het menselijk gezin. Hoor, de englen zingen de_eer van de nieuw geboren Heer!
Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn Hoor, de eng’len zingen d’eer van de nieuw geboren Heer
Gebed
Lezing Oude Testament: Ezechiël 16: 1-6 Het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, doe Jeruzalem haar gruwelen kennen en zeg: zo spreekt de Here Here tot Jeruzalem: gij zijt naar afkomst en geboorte uit het land der Kanaänieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethitische. Wat uw geboorte aangaat: toen gij geboren waart, werd uw navelstreng niet afgesneden en werdt gij niet tot uw reiniging met water gewassen; ook werdt gij niet met zout ingewreven noch in windsels gewikkeld. Geen oog zag met ontferming op u neer om uit mededogen één dezer dingen aan u te doen, maar gij werdt weggeworpen op het veld, omdat men geen waarde hechtte aan uw leven, toen gij geboren waart. Toen kwam Ik voorbij u, en Ik zag u trappelen in het bloed van uw geboorte en Ik zeide tot u, in uw bloed: leef; ja, Ik zeide tot u, in uw bloed: leef.
Zang: Once in royal David’s city Not in that poor lowly stable, With the oxen standing by, We shall see Him; but in heaven, Set at God’s right hand on high; Where like stars His children crowned All in white shall wait around.
Evangelielezing: Mattheus 1: 18-25
De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.
Zang: Nino Lindo & Magnificat Mooi kind, aan jou geef ik me over Mooi kind, jij bent mijn God Met je mooie ogen, Jezus, kijk me aan. Alleen daarmee zal ik me troosten Aan jouw schoonheid, jouw onschuld geef ik mijn liefde.
Preek Zingen Lied: 503:1-4
Geloofsbelijdenis
Lied 487:2 Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
Voorganger: ds. Henk-Jan Prosman Organist: dhr. Martijn van de Weerd Met het christelijk gemengd koor Con Amore onder leiding van dhr. Wim Kusee Ouderling van dienst: Nel Griffioen Diaken: Jaap Kalshoven
Zingen: “Er is een roos ontloken” Er is een roos ontloken Uit barre wintergrond, Zoals er was gesproken Door der profeten mond. En Davids oud geslacht Is weer opnieuw gaan bloeien In ’t midden van de nacht.
Die bloem van Gods behagen Heeft, naar Jesaja sprak, De winterkou verdragen Als allerdorste tak. O roos als bloed zo rood, God komt zijn volk bezoeken In ’t midden van de dood
Bemoediging en groet
Zingen 505: 1 en 2
In de nacht gekomen, kind dat met geduld eeuwenoude dromen, eindelijk vervult, kom in onze dagen, kom in onze nacht, kom met uw gestage, milde overmacht.
Smeekgebed Gloria
1 Eer zij God in onze dagen, eer zij God in deze tijd. Mensen van het welbehagen, roept op aarde vrede uit. Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.
2 Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
3 Lam van God, Gij hebt gedragen alle schuld tot elke prijs, geef in onze levensdagen peis en vreˆ kyrieleis. Gloria in excelsis Deo, gloria in excelsis Deo.
Gebed
Con Amore zingt: “De sterre gaat stralen” en “In ’t nachtlijk duister”. (Vers 1 koor, vers 3 meezingen gemeente vanaf “komt laten wij eren”)
1 Laat ieder het horen, dat eens werd geboren de Redder der wereld, de Heer van ‘t heelal. De engelen meldden in Efrata’s velden dat Hij werd geboren in Bethlehems stal.
2 Komt, laten wij eren de Heere der Heren, zo groot van ontferming en van gena. Want Hij wil ons geven dichtbij Hem te leven, de Heiland der wereld, halleluja.
3 En herders zij kwamen bij ‘n kribbe tesamen, omringden eerbiedig het Kindeke teer. De flonk’rende sterre riep wijzen van verre, zij knielden ontroerd bij het Kindeke neer.
4 Komt, laten wij eren de Heere der Heren, zo groot van ontferming en van gena. Want Hij wil ons geven dichtbij Hem te leven, de Heiland der wereld, halleluja.
1e Schriftlezing: Jesaja 40: 1-11
Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de HEER heeft ontvangen. Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. De luister van de HEER zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De HEER heeft gesproken!’ Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’ En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen? De mens is als gras, teer als een bloem in het veld. Het gras verdort en de bloem verwelkt wanneer de adem van de HEER erover blaast. Ja, als gras is dit volk.’ Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit. Als een herder weidt Hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, Hij vlijt ze tegen zijn borst, en zorgzaam leidt Hij de ooien.
Zingen 474: 1,2,3
Evangelielezing: Lucas 2:1-20
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’ Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.
Con Amore zingt “De weg naar Bethlehem” en “Stille nacht”, vers 1 koor + gemeente, vers 2 alleen koor, vers 3 koor + gemeente
1. Stille nacht, heilige nacht. Davids Zoon, lang verwacht, Die miljoenen eens zaligen zal wordt geboren in Bethlehems stal. Hij, der schepselen Heer Hij, der schepselen Heer.
2 Hulploos Kind, heilig Kind, Dat zo trouw zondaars mint. Ook voor mij hebt G’U rijkdom ontzegd, wordt G’op stro en in doeken gelegd. Leer m’U danken daarvoor Leer m’U danken daarvoor.
3 Stille nacht, heilige nacht, Vreed’ en heil wordt gebracht, aan een wereld, verloren in schuld. Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen! Gode zij eer Amen! Gode zij eer.
3e lezing Johannes 10: 22-30 In Jeruzalem werd het feest van de Tempelwijding gevierd; het was winter. Jezus liep in de tempel, in de zuilengang van Salomo. Daar kwamen de Joden om hem heen staan, en ze vroegen hem: ‘Hoe lang houdt u ons nog in het onzekere? Als u de Messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus antwoordde: ‘Dat heb ik u al gezegd, maar u gelooft het niet. Wat ik namens mijn Vader doe getuigt over mij, maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven. Wat mijn Vader mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van mijn Vader roven, en de Vader en ik zijn één.’
Preek
Con Amore zingt: “And He shall feed his flock”
Zingen 506: 1,2,3,4
2. Al zijt Gij nu nog maar een kind zo kwetsbaar, teer en klein, wij weten dat het rijk begint waarvan Gij Heer zult zijn, een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn. Refr.
3. Al gaat de vijand in het rond, de koning van het kwaad, al dreigt hij met zijn grote mond dat hij U eens verslaat, straks ligt hij dodelijk gewond wanneer zijn rijk vergaat! Refr.
4. Wij gaan op weg naar Betlehem, daar ligt Hij in een stal die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal! Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal: Refr.
Geloofsbelijdenis
Zingen 481:3 Lof aan U die eeuwig leeft en op aarde vrede geeft, Gij die ons geworden zijt taal en teken in de tijd, al uw glorie legt Gij af ons tot redding uit het graf, dat wij ongerept en rein nieuwgeboren zouden zijn. Hoor, de eng’len zingen d’eer van de nieuwgeboren Heer!
Welkom en mededelingen Aansteken van de vierde kaars Liturgisch bloemstuk 4e Advent.
Intochtslied 437: 1,2 Votum en groet Zingen lied 437: 5,6
Jesaja 45:8 Hemel, laat gerechtigheid neerregenen, laat haar neerstromen uit de wolken. Laat de aarde zich openen zodat redding zal ontkiemen en gerechtigheid ontspruiten. Ik, de HEER, heb dit alles geschapen. Lezing van de geboden
Zingen: Ruwe stormen mogen woeden”. 1 Ruwe stormen mogen woeden, Alles om mij heen zij nacht, God, mijn God zal mij behoeden, God houdt voor mijn heil de wacht. Moet ik lang Zijn hulp verbeiden, Zijne liefde blijft mij leiden: Door een’ nacht, hoe zwart, hoe dicht, Voert Hij mij in ’t eeuwig licht.
2 Hij, de kenner aller harten, kent ook mij, en weet alleen, hoe ik hier, in al mijn smarten, ’t heil verwacht van Hem alleen. Ja, hij weet, hoe diep mijn zonden steeds opnieuw mijn ziel doorwonden: niet mijn ongeloof en waan, mijn geloof, dat ziet Hij aan. 3 Mij heeft Hij zijn Zoon gegeven, door ’t geloof nam ik Hem aan; ja, ik weet, dat ik zal leven en door Hem ten hemel gaan. Mij heeft God in Hem verkoren, zelfs eer ik nog was geboren, eer de stem van Zijne macht immer iets had voortgebracht. Moment met de kinderen
Kinderlied: Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht en Hij wenst dat ieder tot zijn ere schijn’ jij in uw klein hoekje en ik in ’t mijn
Jezus zegt dat Hij ieders kaarsje ziet of het helder licht geeft of ook bijna niet Hij ziet uit de Hemel of wij lichtjes zijn jij in uw klein hoekje en ik in ’t mijn
Gebed Schriftlezing Johannes 1: 19-28 Getuigenissen 19Dit is het getuigenis van Johannes. De Joden hadden vanuit Jeruzalem priesters en Levieten naar hem toe gestuurd om hem te vragen: ‘Wie bent u?’ 20Hij gaf zonder aarzelen antwoord en verklaarde ronduit: ‘Ik ben niet de messias.’ 21Toen vroegen ze hem: ‘Wie dan? Bent u Elia?’ Hij zei: ‘Die ben ik ook niet.’ ‘Bent u de profeet?’ ‘Nee,’ antwoordde hij. 22‘Maar wie bent u dan?’ vroegen ze hem. ‘Wij moeten antwoord kunnen geven aan degenen die ons gestuurd hebben – wie zegt u zelf dat u bent?’ 23Hij zei: ‘Ik ben de stem die roept in de woestijn: “Maak recht de weg van de Heer,” zoals de profeet Jesaja gezegd heeft.’ 24De afgevaardigden die uit de kring van de farizeeën kwamen, 25vroegen verder: ‘Waarom doopt u dan, als u niet de messias bent, en ook niet Elia of de profeet?’ 26‘Ik doop met water,’ antwoordde Johannes. ‘Maar in uw midden is iemand die u niet kent, 27Hij die na mij komt – ik ben het niet eens waard om de riemen van zijn sandalen los te maken.’ 28Dit gebeurde in Betanië, aan de overkant van de Jordaan, waar Johannes doopte.
Zingen Psalm 24: 4,5 Preek Zingen lied 433: 1,2 5 Dankgebed, voorbeden en Onze Vader Collecte Slotzang 442:1,2 Zegen afgesloten met gezongen Amen