Orde van dienst 2 oktober 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Mevr. F. Wille                   
Diaken:                               Dhr J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Introïtus: psalm 133:1
Votum en groet
Psalm 133: 2, 3
Smeekgebed en Gloria 868: 1, 5
Gebed
Schriftlezingen
Deuteronomium 6:4-9 en 17-22
Luister, Israël: de HEER, onze God, de HEER is de enige! Heb daarom de HEER, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten. Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad. Wanneer uw kinderen u later vragen: ‘Wat betekenen al die bepalingen en wetten en regels die de HEER, onze God, u heeft voorgehouden?’ geef dan dit antwoord: ‘Wij waren in Egypte slaven van de farao, maar met sterke hand heeft de HEER ons uit Egypte bevrijd. Wij zagen met eigen ogen hoe hij tekenen en indrukwekkende wonderen deed, die groot onheil brachten over de Egyptenaren, de farao en zijn hof. Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd. Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan. Als wij voor het oog van de HEER, onze God, deze geboden altijd naleven, zoals hij ons heeft opgedragen, zal het ons ten goede worden aangerekend.
Zingen: Psalm 119: 12, 13, 14
Spreuken 3:1-6
Mijn zoon, vergeet mijn lessen niet, houd in je hart mijn richtlijnen vast. Ze vermeerderen de
dagen van je leven, geven je vele jaren van geluk. Mogen liefde en trouw je nooit verlaten,
wind ze om je hals, schrijf ze in je hart. God en de mensen zullen je genegen zijn en je zult
waardering ondervinden. Vertrouw op de HEER met heel je hart, steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet, dan baant hij voor jou de weg.

Marcus 12:28-34
Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.

Zingen Evangelische Liedbundel 34
Hinnee matov oema najiem .
Sjewet achien gam jachad.
Hinnee matov oema najiem
Sjewet achien gam jachad

Preek
Zingen: 802: 1, 4, 6  (Traditionele melodie)
Geloofsbelijdenis (340b)
Dankgebed en voorbeden
Collecte
Slotzang: De stad van goud

Daar in de heuvels van Judea
na jarenlange strijd
daar luiden de klokken in de verte
de stem der eeuwigheid
Een pad van stenen, haast versleten
daar trok de tijd voorbij
Een muur waar mensen staan te bidden
opdat het vrede zij

Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
‘k zal jou mijn leven nooit vergeten
jij bent van mij
Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
in mijn hart heb ik geweten
eens kom je vrij

De weg naar Jericho ligt open
door ’n bloeiende woestijn
Het wonder dat daar eens gebeurde
zal steeds mijn lichtpunt zijn
O gouden stad, wil mij vergeven
mijn lofzang is maar klein
Jeruzalem je bent mijn leven
en zal dat altijd zijn

Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
‘k zal jou mijn leven nooit vergeten
jij bent van mij
Jeruzalem, o stad van goud
voor eeuwig jong, al ben je oud
in mijn hart heb ik geweten
eens kom je vrij

Zegen

Orde van dienst 25 september 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Arie van Blaaderen
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen O  : N. Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 146:1
Votum en groet
lied 248:1,2,3,4
Smeekgebed met lied 367b
Gloria: lied 305:1,2,3
Moment met de kinderen
Kinderlied: lied 806: 1,2,3
Gebed
Schriftlezing Ruth 1: 1-22
11In de tijd dat de rechters het volk leidden, brak er een hongersnood uit in het land. Een man trok daarom met zijn vrouw en zijn twee zonen weg uit Betlehem in Juda, om als vreemdeling te gaan wonen in de vlakte van Moab. 2De naam van de man was Elimelech, die van zijn vrouw Naomi, en zijn twee zonen heetten Machlon en Kiljon; het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Toen ze in de vlakte van Moab waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 3Na enige tijd stierf Elimelech, de man van Naomi, en zij bleef achter met haar twee zonen. 4Zij trouwden allebei met een Moabitische vrouw. De naam van de ene was Orpa, die van de andere was Ruth. Nadat ze daar ongeveer tien jaar gewoond hadden, 5 stierven ook Machlon en Kiljon, en de vrouw bleef alleen achter, zonder haar twee zonen en zonder haar man. 6Toen Naomi hoorde, daar in Moab, dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood had gegeven, maakte ze zich samen met haar twee schoondochters gereed om Moab te verlaten en terug te keren. 7Samen met hen verliet ze de plaats waar ze gewoond had en ging terug naar Juda. Maar eenmaal onderweg 8zei Naomi: ‘Gaan jullie nu maar allebei terug naar het huis van je moeder. Moge de HEER zo goed voor jullie zijn als jullie voor mij en mijn gestorven zonen zijn geweest. 9Moge Hij ervoor zorgen dat jullie allebei geborgenheid vinden in het huis van een man,’ en ze kuste hen. Toen barstten zij in tranen uit 10en zeiden: ‘Maar we willen met u terugkeren naar uw volk!’ 11 ‘Ga terug, mijn dochters,’ zei Naomi, ‘waarom zouden jullie met mij meegaan? Kan ik soms nog zonen krijgen die jullie mannen kunnen worden? 12Ga toch terug, want ik ben te oud voor een man. Zelfs al zou ik nog hoop koesteren, zelfs al sliep ik vannacht nog met een man en al bracht ik nog zonen ter wereld – 13zouden jullie dan wachten tot ze groot zijn en je ervan laten weerhouden met een andere man te trouwen? Nee, mijn dochters, mijn lot is te bitter voor jullie; de HEER heeft zich tegen mij gekeerd.’ 14Opnieuw begonnen zij te huilen. Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, maar Ruth week niet van haar zijde. 15‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god,’ zei Naomi, ‘ga haar toch achterna!’ 16Maar Ruth antwoordde: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. Alleen de dood zal mij van u scheiden, en anders mag de HEER met mij doen wat Hij wil!’ 18Naomi zag dat Ruth vastbesloten was om met haar mee te gaan en drong niet langer aan. 19Zo gingen zij samen verder, tot in Betlehem. Hun aankomst in Betlehem baarde veel opzien. Overal in de stad riepen de vrouwen: ‘Dat is toch Naomi?’ 20Maar ze zei tegen hen: ‘Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt. 21Toen ik hier wegging had ik alles, maar de HEER heeft mij met lege handen laten terugkomen. Waarom mij nog Naomi noemen, nu de HEER zich tegen mij heeft gekeerd, nu de Ontzagwekkende me kwaad heeft gedaan?’ 22Zo kwam Naomi terug uit Moab, samen met haar schoondochter Ruth, de Moabitische. Ze kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.

Psalm 146:4,5
4Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde,
op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.
5Gelukkig wie de God van Jakob tot hulp heeft,
wie zijn hoop vestigt op de HEER, zijn God,

Preek
lied 827:1,2,3,4
Geloofsbelijdenis (lied 344)
Dankgebed en voorbede
Collecte
lied 655:1,4,5 Z

Orde van dienst 11 september 2022    

Voorganger:                      ds. C. de Jong, Houten
Organist:                            Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr.  F. Wille  
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

DE INTREDE
Orgelspel
Welkom en mededelingen
stil gebed
Intredelied Psalm 98: 1,4Bemoediging en groet
Lied 283: 1,2,4
Gebed om ontferming
Lofprijzing
Glorialied 309a (a capella)
Leefregel
Goed is het wat Gij hebt ingezet, God, Gij wijst ons de weg naar uw toekomst.
Wij loven en danken U, omdat Gij tot ons blijft zeggen:
Ik ben de Eeuwige, uw God; Ik heb u uitgeleid, weg uit het diensthuis.
Gij zult geen andere goden hebben voor mijn aangezicht.
Gij zult u geen beeld maken van enig schepsel en daarvoor buigen en het dienen.
Gij zult de Naam van de Eeuwige, uw God, niet voor niets gebruiken
Onderhoud de rustdag. Dan zult gij geen werk doen, en niemand die met u is.
Heilig is die dag en gezegend.
Eer uw vader en moeder,
opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Eeuwige, uw God, u geeft.
Gij zult niet doodslaan.
Gij zult elkaar niet ontrouw zijn.
Gij zult niet stelen.
Gij zult geen onwaarheid spreken tegen uw naaste.
En gij zult uw zinnen niet zetten op wat van uw naaste is.
Amen. Zo zal het zijn.


Lied 337 (Ned. tekst, gitaar/piano begeleiding)
Inleiding op de lezingen
Schriftlezing: Ezechiel 47: 1-12
De rivier uit de tempel
471Toen bracht de man mij terug naar de ingang van de tempel. Daar zag ik water onder de drempel van de tempel vandaan komen. Het stroomde naar het oosten, want de voorkant van de tempel lag op het oosten. Het water liep van onder de rechter buitenmuur van de tempel, ten zuiden van het altaar, naar beneden. 2Hij nam mij door de noordpoort mee naar buiten en we liepen buitenom naar de oostelijke buitenpoort. Daar zag ik het water aan de rechterkant eruit sijpelen. 3Met een meetlint in zijn hand ging de man naar het oosten, en hij mat 1000 el. Daar liet hij mij door het water waden: het water kwam tot mijn enkels. 4Hij mat nog eens 1000 el en liet me weer door het water waden: het water kwam tot mijn knieën. Hij mat nog eens 1000 el en liet me er weer door waden: het water kwam tot mijn heupen. 5Hij mat nog eens 1000 el en toen was het water een rivier waar ik niet doorheen kon waden. Het water stond zo hoog dat je er alleen in zwemmen kon, het was een ondoorwaadbare rivier. 6De man zei tegen mij: ‘Zie je dat, mensenkind?’ en hij liet mij terugkomen op de oever van de rivier. 7Toen ik weer terug was, zag ik op de oevers van de rivier aan weerskanten heel veel bomen. 8Hij zei tegen mij: ‘Dit water stroomt door de oostelijke landstreek, dan naar beneden de Jordaanvallei in, en mondt uit in de Dode Zee. Wanneer het de zee in stroomt wordt het water daar zoet. 9Het zal er wemelen van levende wezens, overal waar de rivier stroomt komt leven, er zal vis zijn in overvloed. Als dit water in de Dode Zee aankomt wordt het water daar zoet; overal waar de rivier stroomt komt leven. 10Van Engedi tot En-Eglaïm zullen er vissers staan, en er zullen droogplaatsen voor netten zijn. Er zullen talrijke vissen zijn van allerlei soort, net als in de Grote Zee. 11Alleen de moerassen en de poelen worden niet zoet, daar blijft het water brak. 12Aan weerskanten van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.’

Evangelielezing: Johannes 7: 37-39
37Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en Hij riep: ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken! 38“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft,” zo zegt de Schrift.’ 39Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen; de Geest was er namelijk nog niet, want Jezus was nog niet tot Gods majesteit verheven.

We zingen lied 685: 1a, 2vr. 3m. 5a.

Schriftlezing: Handelingen 18: 24 – 28
24Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. 25Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. 26In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem nog preciezer uit wat de Weg van God inhield. 27Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de gemeenteleden hem aan en gaven hem een brief mee voor de leerlingen met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun te zijn voor de gelovigen, 28want hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.

We lezen verder in Handelingen 19: 1-7
191Terwijl Apollos in Korinte verbleef, kwam Paulus na zijn reis door het binnenland in Efeze aan. Hij ontmoette daar enkele leerlingen, 2aan wie hij vroeg: ‘Hebben jullie de heilige Geest ontvangen toen jullie tot geloof kwamen?’ Ze antwoordden: ‘Nee, we hebben zelfs niet gehoord van het bestaan van een heilige Geest.’ 3Hij vroeg: ‘Hoe zijn jullie dan gedoopt?’ ‘Met de doop van Johannes,’ antwoordden ze. 4 Daarop zei Paulus: ‘Johannes doopte de mensen die tot inkeer kwamen en zei tegen hen dat ze moesten geloven in degene die na hem kwam, in Jezus.’ 5Toen ze dat gehoord hadden, lieten ze zich dopen in de naam van de Heer Jezus, 6 en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden. 7De hele groep bestond uit ongeveer twaalf mensen.

Uitleg
Lied 103c: 1,2,3
Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader
Slotlied 425
Zegen   (beantwoord met gezongen Amen)       

Orde van zomerzangavonddienst 4 september 2022 18:30   

Voorganger:               ds. C.W. Saly, Amssterdam
Organist:                     dhr. Danny Spaans
Ouderling:                  dhr. R. Verhallen
Diaken:                       mevr. M. van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

orgelspel
intrede
welkom en mededelingen
psalm 62 vers 1 en 5
stil gebed
bemoediging en groet

zangblok i
Gezang 442: 1, 2, 3 Jezus ga ons voor (Liedboek voor de kerken 1973 |
Lied 650 Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Jezus ga ons voor
    deze wereld door,
    en U volgend op uw schreden
    gaan wij moedig met U mede.
    Leid ons aan uw hand
    naar het vaderland.
  2. Valt de weg ons lang,
    zijn wij klein en bang,
    sterk ons, Heer, om zonder klagen
    achter U ons kruis te dragen.
    Waar Gij voor ons tradt,
    is het rechte pad.
  3. Krimpt ons angstig hart
    onder eigen smart,
    moet het met de ander lijden,
    Jezus, geef ons kracht tot beide.
    Wees Gij zelf het licht
    dat ons troost en richt.

Lied 916: 1, 4, 5, 6 Door de wereld gaat een woord (Zangbundel Johannes de Heer | Lied 850 Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

(melodie van het volkslied van Israël)

  1. Door de wereld gaat een woord
    en het drijft de mensen voort:
    “Breek uw tent op, ga op reis,
    naar het land, dat Ik u wijs.”
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.


    4.Door de wereld klinkt een lied,
    tegen angsten en verdriet,
    tegen onrecht, tegen dwang,
    richten pelgrims hun gezang.
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.


    5. Velen, die de moed begaf,
    blijven staan of dwalen af,
    hunkerend naar hun oude land.
    Reisgenoten, grijp hun hand.
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.

    6.Door de wereld gaat een woord
    en het drijft de mensen voort:
    “Breek uw tent op, ga op reis,
    naar het land, dat Ik u wijs.”
    Here God, wij zijn vervreemden,
    door te luist’ ren naar Uw stem.
    Breng ons saam met Uw ontheemden,
    naar het nieuw Jeruzalem.

de heilige schrift
gebed om verlichting met de heilige geest
schriftlezing: Marcus 6:30-32
30De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. 31Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten. 32Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. 

zangblok II
Lied 886: 1, 2 Abba Vader (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013 | Lied 100 Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Abba, Vader, U alleen,
    U behoor ik toe,
    U alleen doorgrondt mijn hart,
    U behoort het toe.
    Laat mijn hart steeds vurig zijn,
    U laat nooit alleen,
    Abba, Vader, U alleen,
    U behoor ik toe.
  2. Abba, Vader, laat mij zijn,
    slechts van U alleen,
    dat mijn wil voor eeuwig zij,
    d’Uwe en anders geen.
    Laat mijn hart nooit koud zijn, Heer,
    laat mij nimmer gaan,
    Abba, Vader, laat mij zijn,
    slechts van U alleen

Lied 7: 1, 2 Als g’in nood gezeten (Zangbundel Johannes de Heer)

  1. Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet,
    wil dan nooit vergeten: God verlaat U niet.
    Vrees toch geen nood, ’s Heren trouw is groot,
    en op ’t nacht’lijk duister, volgt het morgenrood.
    Schoon stormen woeden, ducht toch geen kwaad;
    God zal u behoeden, uw toeverlaat.
  2. God blijft voor u zorgen, goed is de Heer
    en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer.
    Schoon g’ in ’t verdriet, nergens uitkomst ziet,
    groter dan de Helper, is de nood toch niet.
    Wat ons ontviele, Redder in nood,
    red slechts onze ziele, uit zond’ en dood.

prediking “…even alleen met jezus…”

orgelspel
geloofsbelijdenis staande en gezongen (Lied 340b – Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)
zangblok iii

Lied 885: 1, 2 Groot is uw trouw, o Heer (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

  1. Groot is uw trouw, o Heer mijn God en Vader
    Er is geen schaduw van omkeer bij U
    Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
    die Gij steeds waart, dat bewijst Gij ook nu
    Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
    iedere morgen aan mij weer betoond.
    Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
    Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

  2. Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden
    en uw nabijheid, die sterkt en die leidt
    Kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst
    Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
    Groot is uw trouw, o Heer, groot is uw trouw, o Heer
    iedere morgen aan mij weer betoond.
    Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven
    Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

Psalm 150a: 1, 3, 4 Geprezen zij God (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013)

  1. Geprezen zij God! Gij engelenkoor
    dat steeds naar Hem hoort, prijs Hem om zijn Woord!
    Gij hemelen, loof Hem wiens hand alles schiep,
    die allen daarboven tot dankzegging riep.

    3.Geprezen zij God! Laat alles wat leeft
    nu zingen voor Hem die alles ons geeft.
    Laat jub’len het orgel, laat harp en trompet
    de glorie doen klinken, van Hem die ons redt.

    4.Geprezen zij God! Ons lied is gewijd
    aan Hem die altijd ons helpt en geleidt.
    Om zijn goede schepping, om hemels genot,
    zijn gunst en vergeving: geprezen zij God!

gebeden en gaven
dankzegging
voorbede
stil gebed
onze vader

inzameling van de gaven
zending en zegen
slotlied: Lied 425
zegen

Orde van ochtenddienst 4 september 2022

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 24: 1,2
Votum en groet
lied 908:1,4
Lezing van de wet
Gebed om verootmoediging|
lied 908:6,7
Gebed
Schriftlezing Lucas 14:25-33
Het volgen van Jezus
25Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: 26‘Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. 27Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij aan komt, kan niet mijn leerling zijn. 28Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? 29Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen 30en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar afmaken kon hij het niet.” 31En welke koning die eropuit trekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? 32Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen. 33Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan mijn leerling niet zijn. 34Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? 35Ook voor de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’
Lied 941:1,2,3,4
Preek
Zingen: Ik bouw op U
Ik bouw op U
mijn schild en mijn verlosser
niet eenzaam ga ik op de vijand aan
(sterk in uw kracht gerust in uw bescherming
ik bouw op U en ga in uwe naam -2x-

Gelovend ga ik eigen zwakheid voelen
en telkens meer moet ik uw kracht verstaan
(toch rijst in mij een lied van overwinning
ik bouw op U en ga in uwe naam -2x

Ik bouw op u
mijn schild en mijn verlosser
Gij voert de strijd, de huld’ is u gewijd
(In ‘t laatste uur zal ‘k zegevierend ingaan
in rust met u die mij hebt voortgeleid. -2x-

Dankgebed en voorbede
Collecte
Psalm 121: 3,4
Zegen

Orde van dienst 28 augustus 2022    

Voorganger:                      ds. H.J. Prosman
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Dhr. R. Verhallen
Diaken:                               Dhr. J. Kalshoven

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Psalm 113:1,2
Votum en groet
Zingen: Dit is de dag
Dit is de dag
Dit is de dag
Die de Heer ons geeft
Die de Heer ons geeft
Weest daarom blij
Weest daarom blij
En zingt verheugd
En zingt verheugd

Dit is de dag die de Heer ons geeft
Weest daarom blij en zingt verheugd
Dit is de dag, dit is de dag
Die de Heer ons geeft

Smeekgebed
Lied 247: 1,3
Overhandigen van de Bijbel aan de kinderen die naar de middelbare school gaan
Gebed
Schriftlezing Lucas 14: 16-24
‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen de dag van het feestmaal gekomen was, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles staat klaar.” Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en haal iedereen binnen, want mijn huis moet vol. Ik zeg jullie: niemand van de genodigden zal van mijn feestmaal proeven.”’

Lied 991: 1,6,7,8
Preek
Zingen: Genade zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot.
Dat ik, die ’t niet verdien
Het leven vond, want ik was dood
En blind, maar nu kan ‘k zien.

Genade die mij heeft geleerd
Te vrezen voor het kwaad.
Maar ook – als ik mij tot Hem keer
Dat God mij nooit verlaat.

Want Jezus droeg mijn zondelast
En tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
En brengt mij veilig thuis.

Als ik daar in zijn heerlijkheid
Mag stralen als de zon,
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.

Geloofsbelijdenis (Evangelische Liedbundel 289)

Ik geloof in God de Vader
die een bron van vreugde is,
louter goedheid en genade,
licht in onze duisternis.
Hij, de Koning van de kosmos,
heel de schepping zingt zijn eer
heeft uit liefde mij geschapen
en tot liefde keer ik weer.

Ik geloof in Jezus Christus
die voor ons ter wereld kwam.
Zoon van God en Zoon des Mensen
goede Herder, Offerlam.
Door te lijden en te sterven
groot is het geheimenis
schenkt Hij mij het eeuwig leven,
dat uit God en tot God is.

Ik geloof dat mijn Verlosser
door de dood is heengegaan
en op Pasen, God zij glorie,
uit het graf is opgestaan.
Door het brood – dit is mijn lichaam –
door de wijn – dit is mijn bloed –
geeft de Vredevorst mij vrede,
maakt Hij alle dingen goed.

Dankgebed en voorbede
Collecte
Slotzang 415: 1,2,3
Zegen

Orde van zomerzangavonddienst 21 aug 2022 18:30    

Voorganger:                      dhr. R.W. Baas
Organist:                             Mevr. Henny Visscher
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Mevr. Margreet van Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist
https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen

psalm 100  vers  1  en  3

stil gebed

bemoediging en groet

Lied 868: 1, 2, 4, 5 Lof zij de Heer, de almachtige (Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk 2013
Gezang 143: 1, 2, 3 Op bergen en in dalen (Hervormde bundel 1938)

De heilige schrift

gebed om verlichting met de heilige geest
schriftlezing:    psalm 103
103: 1Van David.
Prijs de HEER, mijn ziel,
prijs, mijn hart, zijn heilige naam.
2Prijs de HEER, mijn ziel,
vergeet niet één van zijn weldaden.
3Hij vergeeft u alle schuld,
Hij geneest al uw kwalen,
4Hij redt uw leven van het graf,
Hij kroont u met trouw en liefde,
5 Hij overlaadt u met schoonheid en geluk,
uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar.
6De HEER doet wat rechtvaardig is,
Hij verschaft recht aan de verdrukten.
7Hij maakte aan Mozes zijn wegen bekend,
aan het volk van Israël zijn daden.
8Liefdevol en genadig is de HEER,
Hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
9Niet eindeloos blijft Hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn.
10Hij straft ons niet naar onze zonden,
Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.
11Zoals de hoge hemel de aarde overspant,
zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen.
12Zo ver als het oosten is van het westen,
zo ver heeft Hij onze zonden van ons verwijderd.
13Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen,
zo ontfermt zich de HEER over wie Hem vrezen.
14Want Hij weet waarvan wij gemaakt zijn,
Hij vergeet niet dat wij uit stof zijn gevormd.
15De mens – zijn dagen zijn als het gras,
hij is als een bloem die bloeit op het veld
16en verdwijnt zodra de wind hem verzengt;
de plek waar hij stond, kent hem niet meer.
17Maar de HEER is trouw aan wie Hem vrezen,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen
18van wie zich houdt aan zijn verbond
en naar zijn geboden leeft.
19De HEER heeft in de hemel zijn troon gevestigd,
als koning heerst Hij over alles.
20Prijs de HEER, u die zijn boden bent,
sterke helden die doen wat Hij zegt,
gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt.
21Prijs de HEER, hemelse machten,
dienaren die doen wat Hem behaagt.
22Prijs de HEER, u die zijn schepselen bent,
prijs Hem, overal in zijn rijk.
Prijs de HEER, mijn ziel.

samenzang  lied  103c   (geheel)    uit nieuwe liedboek
prediking
orgelspel
geloofsbelijdenis
zangblok
Lied 440: 1, 2, 4 Ik heb de vaste grond gevonden (Liedboek voor de kerken 1973)
Lied 478: 1, 4 Eén naam is onze hope (Zangbundel Johannes de Heer)
gebeden en gaven
dankzegging
voorbede
stil gebed
onze vader

inzameling van de gaven
zending en zegen
SLOTLIED Lied 127: 1, 2, 3 Heer! Ik hoor van rijke zegen
zegen

Orde van ochtenddienst 21 augustus 2022

Voorganger:                      ds. W.H. Hendriks, Ter Aar
Organist:                             Dhr. Ad van Pelt
Ouderling:                          Mevr. : F. Wille
Diaken:                               Mevr. Margreet v. Koert

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtspsalm   Psalm 139: 1 en 2
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Lied       Psalm 139: 14
Gebed verootmoedigen en opening van de schrift
Schriftlezing                       Lukas 13: 22-30
Verder naar Jeruzalem
22Op weg naar Jeruzalem trok Hij verder langs steden en dorpen, terwijl Hij onderricht gaf. 23 Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Hij antwoordde: 24‘Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen. 25 Als de heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?” 26Jullie zullen zeggen: “We hebben in uw bijzijn gegeten en gedronken en u hebt in onze straten onderricht gegeven.” 27Maar hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, onrechtplegers!” 28 Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten wordt. 29Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aanliggen bij het feestmaal in het koninkrijk van God. 30 En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.’

Lied                       Psalm 19: 1, 5 en 6
Prediking
Muzikale meditatie
HET HEILIG AVONDMAAL
Geloofsbelijdenis
Onderwijzing
Lied                       NLB 914: Geef mij heer mij los te zingen
Inzameling van de gaven
Gebed – Dankzegging – Voorbede – Onze Vader
Nodiging
Gemeenschap van brood en wijn
Dankzegging
ZENDING EN ZEGEN
Slotlied                Psalm 23a D’ Almachtige is mijn herder en geleide
Zegen

Orde van dienst 14 augustus 2022    

Voorganger:                      mevr. dr. J.G Mooi, Hoogmade
Organist:                             Dhr. Henny Oskam
Ouderling:                          Mevr. Nel Griffioen
Diaken:                               Dhr. S. de Feij

De diensten zijn te volgen via kerkdienst-gemist

https://kerkdienstgemist.nl/stations/2491-Nieuwkoop-HG

Orgelspel
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Psalm 149: 1 en 2
Stil gebed
Votum en Groet
Verootmoediging/ geboden.  [De geboden zijn genomen uit de Bijbel in de Gewone Taal, 2014]
Zingen: Psalm 119: 21 en 22
Gebed bij de opening van het Woord
1e Schriftlezing Prediker 8: 16-17  (NBG 1951)
16Toen ik mijn hart erop zette om wijsheid te leren kennen en om de bezigheid te aanschouwen, die op aarde geschiedt terwijl men noch bij dag noch bij nacht met zijn ogen de slaap te zien krijgt – 17zo zag ik, dat de mens niets kan ontdekken van het werk Gods, dat onder de zon geschiedt; want hoezeer de mens zich ook aftobt met zoeken, hij kan het niet ontdekken, en wanneer soms een wijze mocht zeggen, dat hij het weet, hij kan het niet ontdekken.
Zingen: Lied 850: 1,4 en 5
2e Schriftlezing: Matthéüs 13: 10 – 13 en 31,32 (NBG 1951)
Het doel der gelijkenissen
10En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? 11Hij antwoordde hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun is dat niet gegeven. 12Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. 13Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen.
31Nog een gelijkenis hield Hij hun voor en Hij zeide: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje, dat iemand nam en in zijn akker zaaide. 32Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het volgroeid is, is het groter dan de tuingewassen en het wordt een boom, zodat de vogelen des hemels in zijn takken kunnen nestelen.
Zingen: Lied: 906: 1 en 7
Uitleg en prediking
Meditatief orgelspel
Zingen: Lied 919: 1 en 4
Geloofsbelijdenis ( staande: gelezen)
Collecte
Dankgebed en voorbede
Slotlied: Lied 513 geheel
Heenzending en zegen
Gezongen Amen